Menu
Macro-economie
07.01.2022
Arne Maes Senior Economist

Gezocht: koortswerend middel zonder bijwerkingen

De inflatie breekt alle records, bij ons en ook in andere landen. Een constante, beperkte toename van het prijspeil is noodzakelijk voor een goede werking van de economie. Maar als het economisch weefsel een infectie doormaakt, kan de inflatie danig versnellen. Net zoals koorts die plots opsteekt kan dat wijzen op een of meerdere onderliggende aandoeningen.

Langdurige koorts kan de patiënt verzwakken en zijn herstel bemoeilijken of zelfs blokkeren. Maar er is ook goed nieuws: inflatie is geen mysterieuze ziekte. De instructies om inflatie te beheersen zijn één van de de belangrijkste en minst gecontesteerde verwezenlijkingen van zo’n honderd jaar aan macro-economisch onderzoek.

Inflatie is in de eerste plaats een monetair fenomeen. Met die stelling was nog ruim 80 procent van de economen uit de American Economic Association (AEA) het rond de eeuwwisseling eens. Prijzen stijgen meer wanneer de geldhoeveelheid in circulatie sneller groeit dan de economie zelf, en andersom. Maar zo loopt het niet altijd.

De geharmoniseerde inflatie, gemeten in de 19 eurolanden, kwam sinds 2013 zelden in de buurt van de door de Europese Centrale Bank beoogde twee procent. En dat ondanks het soepele monetaire beleid dat de ECB voerde. De grootste centrale banken gaven nog extra gas bij de start van de pandemie. De échte inflatieversnelling liet echter meer dan een jaar op zich wachten. Vorige maand bleek dan ook dat nog amper één op de drie AEA-economen voluit in de monetaire verklaring geloofde.

Klassieke behandeling

6.5% procent, zoveel bedroeg naar schatting de Belgische inflatie over de afgelopen 12 maanden. Dat is veel, maar nog altijd een stuk minder dan in Turkije. Daar stegen de prijzen dubbel zo snel, tijdens de maand december alleen al.

Vanop een afstandje bekeken, is er in Turkije momenteel een fascinerend economisch experiment aan de gang. Ondanks de torenhoge inflatie stelde de Turkse Centrale Bank de voorbije maanden forse rentedalingen in. Exact het omgekeerde van wat de klassieke economische leer voorschrijft. Het gevolg liet zich raden: buitenlandse investeerders ontvluchtten de lira, waardoor de munt kelderde*. De zwakkere munt zorgt voor duurdere invoer, waardoor Turkije nog meer inflatie importeert.

De monetaire aspirine lijkt dus nog altijd te kunnen werken. De centrale bankiers wachten op het geschikte moment om ze toe te dienen en met een renteverhoging de inflatiekoorts te drukken. De bijsluiter wijst echter op een belangrijk neveneffect: hogere rentes kunnen de economische groei afremmen. En dat net wanneer de meeste economieën de COVID-schade nog volop moeten inhalen.

Niets nieuws onder de zon

Naast een monetair beleid beschikt de overheid over drie instrumenten om de inflatie te beïnvloeden. Maar ook die medicijnen zijn niet vrij van bijwerkingen.

Het fiscaal beleid omhelst de ontvangsten en uitgaven van de overheid. De lastenverlaging voor de horeca en de korting op de energiefactuur zijn daar recente voorbeelden van. De prijzen voor de eindverbruiker dalen, maar dat gaat ten koste van de overheidsbegroting. Dat kan de inflatie op langere termijn net verder doen oplopen en tegelijkertijd ondermijnt het de geloofwaardigheid van de overheid om er iets aan te doen. Die aanpak riskeert dus de hoge inflatie net te verankeren.

Het loonbeleid dan. In ons land bestaat er naast een loonnorm, ook een spilindex. Die laatste zal in februari voor de derde opeenvolgende keer worden overschreden. De indexatie van de lonen beschermt de koopkracht bij sneller stijgende prijzen. Te snelle indexatie weegt echter op onze concurrentiepositie. De Nationale Bank ziet dit jaar de Belgische loonkost per uur stijgen met meer dan 4 procent. Dat is een stuk hoger dan het gemiddelde van nauwelijks 2 procent in de drie buurlanden. Dat kan ons internationaal minder competitief maken. Een kleine afname in de totale Belgische uitvoer is voldoende om de economische groei te decimeren.

Tot slot is er het prijsbeleid, een minder bekend geneesmiddel in de apothekerskast, maar wel een paardenmiddel. De FOD Economie berekent dagelijks de maximaal toegelaten verkoopprijs voor onder meer benzine en diesel. Niet zo lang geleden bepaalde onze regering nog geregeld een platfond voor de prijzen van levensnoodzakelijke goederen, zoals brood. De evolutie in die maximale prijzen legde een plafond op aan de inflatie in de desbetreffende producten. Gecontroleerde prijszetting is een ‘hot topic’, maar de bijwerkingen zijn legio. Door de toegestane verkoopprijzen te begrenzen, loont het minder om te produceren en net meer om massaal in te kopen. Daardoor kan schaarste ontstaan. Beeldt u zich maar eens in wat het effect van een maximumprijs per wc-rol anno maart 2020 had kunnen zijn.

Een goede nachtrust, als stevig anker

Eén alternatief bespraken we nog niet. De dagelijkse berichtgeving over de ontsporende inflatie helpt ons allerminst om het hoofd koel te houden. Prijzen zijn in essentie een signaal waarrond aanbieders en vragers van een goed (of dienst) coördineren. De snel stijgende prijzen in de voorbije maanden van bijvoorbeeld hout en andere bouwmaterialen belichamen die coördinatieoefening: hogere prijzen moedigen de productie aan en ontraden (onmiddellijke) consumptie, tot er een nieuw evenwicht ontstaat. Maar dat kan even duren.

De huidige koortsopstoot kan ook best zo gezien worden. Eerder dan de zorgwekkende krantentitels, volgen we beter de ervaren huisarts. Die adviseert om het even wat rustiger aan te doen. Een goede nachtrust, eerder dan paniekerige gedachten, kan het ziektebeeld verbeteren.

De ECB-bonzen doen er dus goed aan zich in hun communicatie meer te richten tot de man in de straat. Helder taalgebruik, gespeend van technische termen, kan de boodschap helpen overbrengen. Enkel door het tijdelijke karakter van de inflatie te benadrukken, kan de ECB de verankering ervan vermijden. En pas als dat niet werkt, is er nog altijd de monetaire aspirine.

* Maar ook binnenlandse spaarders kunnen rekenen. Zij lopen het risico dat de koopkracht van hun spaargeld keldert. Ook voor Hakan-met-de-pet werd het interessanter de lira in te ruilen voor de veel waardevastere dollar of euro. De tegenzet van de Turkse overheid liet niet lang op zich wachten.

De overheid creëerde een soort gereglementeerde spaarrekening, mét devaluatiebescherming. Concreet wordt de rentevoet op de spaarrekening opgetrokken, zodat het nominale bedrag in verhouding tot de Amerikaanse dollar zijn waarde behoudt. Een voorbeeld: spaargeld dat 5 procent rente opbrengt, krijgt een extra bonus van 25 procentpunt als de lira 30 procent zou devalueren.

De belastingbetaler sponsort dus de spaarder. Als de Turkse spaarders die redenering volgen, zullen ze de lira aanhouden. Het zou zelfs kunnen dat dat op zich al voldoende is om de depreciatie van de munt stop te zetten, waardoor er finaal geen enkele extra lira aan de spaarders moet worden betaald.

De opinies in deze blog zijn die van de auteurs en geven niet noodzakelijk het standpunt van BNP Paribas Fortis weer.
Arne Maes Senior Economist
Arne is de interne expert in de Belgische economie. Daarnaast is hij belast met de opbouw en instandhouding van de voorspellingsmodellen van de afdeling en ontwikkelt hij nieuwe onderzoeksideeën. Lees meer

Over het onderwerp