BJP heeft niet langer absolute meerderheid
Op 7 juni 2024 werd Narendra Modi ingezworen als president van India. Hij startte zo zijn derde ambtstermijn, aan het hoofd van de National Democratic Alliance-coalitie (NDA). Tijdens de verkiezingen van 2014 en 2019 genoot zijn Bharatiya Janata Party (BJP), die het gros van de coalitie vertegenwoordigt, telkens een absolute meerderheid. Dat is nu niet meer het geval. Ondanks de voorspelde verpletterende overwinning in de opiniepeilingen bleef de BJP hangen op 240 van de 543 zetels in de Lok Sabha, het Lagerhuis van het parlement van India (tegenover 303 in 2019). De NDA-coalitie heeft nog wel een meerderheid van 293 zetels tegenover 353 in 2019.
De BJP is nu dus afhankelijk van geallieerde partijen in de NDA-coalitie om nieuwe wetten goedgekeurd te krijgen, en dat zal zo blijven tot 2029. Premier Narendra Modi regeerde 10 jaar lang met een absolute meerderheid van de BJP, maar slaagde er door interne en externe tegenstand niet in om de landregels voldoende te versoepelen en de landbouw te liberaliseren. De eerste regering van Modi (2014-2019) richtte zich eerst op het plukken van laaghangend fruit, zoals de introductie van een eengemaakte goederen- en dienstentaks en een inflatiedoelstelling, en de liberalisering van de buitenlandse directe investeringen. Zijn tweede regering wist bijna geen van de grote aangekondigde hervormingen, zoals de landbouwhervorming en grootschalige privatiseringen, door te duwen. Wat brengt de toekomst?
Consensus bereiken blijft traag proces
Het economische groeiverhaal van India zal waarschijnlijk niet veel veranderen. Het bbp zal de komende jaren robuust blijven groeien. In het verleden volgden de opeenvolgende regeringen, met inbegrip van die die door een coalitie zijn gevormd, in grote lijnen hetzelfde economische beleid. Hervormingen werden altijd geleidelijk en stapsgewijs doorgevoerd, zelfs wanneer één partij een sterke meerderheid had, zoals Modi in zijn tweede ambtstermijn. Het politieke landschap van India, met regionale partijen en lokale kwesties die verschillen van staat tot staat, houdt in dat het bereiken van consensus een moeilijk en traag proces is.
De voorbije kwartalen – tot september 2024 – bleef de groei onder de verwachtingen. De overheidsinvesteringen in infrastructuurwerken, een belangrijke groeimotor tijdens de afgelopen jaren, bleven onder de verwachtingen. Overheidsuitgaven gingen meer naar uitkeringen. Het verlies van de absolute meerderheid zorgt ervoor dat de regeringspartijen vandaag hun kiezers meer paaien met populistische maatregelen zoals cashtransfers, subsidies voor gas en gratis elektriciteit. De binnenlandse vraag stelde teleur, vooral in steden. Inflatie overstijgt de beoogde bandbreedte van 2 tot 6% door hardnekkig hoge voedselprijzen. Het belet de Indiase centrale bank de rente lager te duwen om de economie te stimuleren.
Deregulering en hervormingen zijn noodzakelijk
De belangrijkste doelstelling – en uitdaging – voor de nieuwe overheid blijft het creëren van voldoende arbeidsintensieve jobs in de industrie. Dat biedt de aanhoudende stroom van nieuwkomers op de arbeidsmarkt uitzicht op een baan. Nieuwe jobs moeten ook worden gecreëerd voor arbeiders die weg willen uit de enorme landbouwsector. Die sinds lang beoogde verschuiving naar de industrie blijft achterwege. In het fiscale jaar 2024 realiseerde de industrie 18% van de totale toegevoegde waarde. Dat is gelijkaardig aan het langetermijngemiddelde van 17% en blijft ver onder de overheidsdoelstelling van 25%.