De flashraming van de geharmoniseerde inflatie, de ECB’s favoriete maatstaf, bedraagt voor ons land in januari 7,45%. Dat is een stuk lager dan de 10,2% van december en nauwelijks iets meer dan de helft van de piek (13,2%) die we in oktober bereikten. Straffer nog, het zou het laagste peil zijn sinds meer dan een jaar. Gedurende heel 2022 bedroeg de inflatie elke maand immers meer dan 8%.
CPI
Ook de nationale inflatiemaatstaf, de Consumptieprijsindex (CPI), lijkt voorbij haar piek. In januari bleef de index onveranderd ten opzichte van december, voor februari gaat het planbureau uit van een lichte daling. Het planbureau voorziet nadien een graduele toename van de index, met een weliswaar steeds tragere inflatie.
Vorige maand was er in elk geval een kentering. De bijdrage van energie aan de inflatie bedroeg in januari voor het eerst sinds begin 2021 minder dan de prijsdruk van voedingsmiddelen en dranken. Statbel wijst erop dat in die laatste categorie vooral oliën, vis, zuivelproducten, brood en granen en vlees de afgelopen maanden flink duurder werden. De drie toegenomen levensduurtes in de categorieën brood en granen, zuivelproducten en vlees duwden de inflatie in januari zo’n 0,5 procentpunt hoger dan in december.
Dit effect werd evenwel volledig tenietgedaan door de dalende trends bij enkele energiedragers. Goedkopere elektriciteit (-0,52 procentpunt) alleen al overtrof de opwaartse prijsdruk van de bovenvermelde voedingsmiddelen. De prijsdaling in aardgas woog nog meer door: tussen december en januari drukten de aardgasprijzen de totale inflatie omlaag met bijna 1,15 procentpunt.
Vooruitzichten
Op middellange termijn blijft de kerninflatie, exclusief energie- en voedingsmiddelen, de voornaamste maatstaf voor de beleidsmakers. In ons land bedraagt die kerninflatie momenteel 5,5% op jaarbasis. Dat is een stuk boven het historische gemiddelde van zo’n 2%. Gezien de goede gezondheid van onze arbeidsmarkt, met lage werkloosheid en hoge vacaturegraad, is het de vraag of een snelle daling waarschijnlijk is.
De meeste andere eurozonelanden bevinden zich in hetzelfde schuitje. Dat verklaart waarom de ECB de geldkraan recent verder toedraaide. Wij gaan ervan uit dat de ECB in mei een finale renteverhoging tot 3,25% zal doorvoeren, waarna de interestvoeten onveranderd blijven gedurende de rest van het jaar. Voor heel 2023 zou de Belgische geharmoniseerde inflatie dan 4,8% bedragen, een stuk minder dan de 10,3% van vorig jaar. Eind dit jaar zien we de inflatie nog rond de 3%, met een verdere normalisatie richting 2% volgend jaar.