In 2020 werkte zo’n 12 procent van alle EU-werknemers geregeld van thuis uit. Dat is meer dan het dubbele van het jaar ervoor. De regio rond de Finse hoofdstad Helsinki is de absolute koploper. Op plaats twee en drie vinden we respectievelijk Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar ruim één op de vier werknemers in 2020 vooral thuiswerkten.
Thuis blijven plakken
Cijfers van Vias bevestigen de evolutie voor België. Het totale aandeel telewerkers lag in 2020 een stuk hoger dan voor corona, zoals te zien is in de onderstaande grafiek. Bij de bevraging eind 2021 lag het aandeel opnieuw iets lager, maar nog altijd merkelijk hoger dan voor de start van de pandemie.
Het occasionele telewerk viel terug, maar het aandeel werknemers die twee of meer dagen thuiswerken, bleef verrassend stabiel. Uit de studie blijkt ook wat de voornaamste voordelen van telewerk zijn voor de werknemers: tijdswinst en minder stress van het woon-werkverkeer.
Meer tijd voor ontspanning én werk
De tijdswinst werd meer in detail onderzocht door professor Bloom van Stanford. Hij kwantificeerde het verschil in tijdsbesteding tussen pendelaars en thuiswerkers sinds de start van de pandemie.
Thuiswerkers sparen bijna 70 minuten per dag uit in vergelijking met hun collega’s op kantoor. 60 minuten daarvan zijn reistijd. De rest, zo’n 10 minuten per dag, bestaat uit ‘het zich klaarmaken’. Uit Blooms werk blijkt dat thuiswerkers daar een stuk minder tijd aan besteden, zoals te zien is in het onderstaande diagram.
Bloom bekeek ook hoe die vrijgekomen tijd dan wordt besteed. De helft gaat naar ontspanning, huishoudelijke en zorgtaken. En de andere helft? Die wordt besteed aan het werk.