La Libre Belgique verkoos ‘BNP Paribas L1 Equity World Aqua’ tot beste SRI-fonds in de categorie ‘Beste rendement over drie jaar’. De krant baseerde zich daarvoor op het jaarrapport van Financité. Hubert Aarts, co-beheerder van het fonds bij Impax Asset Management, legt uit waarom de belegging uitzonderlijk goed rendeert.
Impax Asset Management, gevestigd in Londen, is een specialist op het gebied van duurzame aandelenfondsen. BNP Paribas is een minderheidsaandeelhouder (24,9%), en doet een beroep op Impax voor zijn milieufondsen.
Het ‘geannualiseerde’ rendement van het waterfonds over een periode van drie jaar bedroeg 15,52% na aftrek van alle kosten, tegenover een vergelijkbaar rendement van 14,57% voor de rest van de wereldwijde economie (rendementen per eind april 2017).
Hoe verklaart u dat opmerkelijke rendement?
Hubert Aarts: “We volgen bij Impax een heel gedisciplineerd beleggingsproces: van elk bedrijf in portefeuille maken we een gedetailleerde financiële en duurzaamheidsanalyse. We onderzoeken ook de aantrekkelijkheid van de sector. Als een bedrijf te duur wordt, of als het niet langer voldoet aan onze criteria, dan ondernemen we actie. Bovendien maken we elk kwartaal een macroanalyse van alle bedrijven die in aanmerking komen voor een van onze fondsen. Voor het waterfonds analyseren we naast de watervoorzieningsbedrijven zelf, voornamelijk bedrijven die oplossingen aandragen voor waterinfrastructuur en -behandeling. We gaan na welke mee- en tegenwinden er zijn in de regio’s, op de eindmarkt en in de verschillende sectoren; of er regels zijn die de bedrijven positief of negatief kunnen beïnvloeden; welke waardering ze krijgen … Zo weten we op welke regio’s en sectoren we ons moeten focussen. Als dat nodig is, passen we de portefeuille aan tijdens de economische cyclus. Voor het waterfonds ligt de turnover rond de 25%.”
Het waterfonds is een maatschappelijk verantwoord beleggingsfonds. Aan welke voorwaarden moeten de bedrijven die er deel van uitmaken, voldoen?
“Wij beleggen alleen in bedrijven die een directe oplossing aandragen om het milieu te verbeteren. Dat kan een product, dienst of faciliteit zijn, om bijvoorbeeld water te zuiveren, of het efficiënter te gebruiken. Daarbij hanteren we het ‘best in class’-principe, maar wij kijken niet enkel naar de financiële kant van de zaak. Bedrijven moeten ook voldoen aan onze ESG (‘Environmental, Social & Governance’)-criteria: niet alleen wát ze doen is belangrijk, maar ook hóé ze dat doen. Een duurzaam product produceren, volstaat niet. Ze moeten dat ook doen op een duurzame manier.”
Wat verwacht u van het waterfonds in de komende jaren?
“Het fonds zal wellicht succesvol blijven door de wereldwijde groei van de watersector. In de ontwikkelde landen zijn de installaties voor de toevoer en behandeling van water verouderd. Zij hebben nood aan nieuwe infrastructuur. In de opkomende landen, zoals China en India, ligt de focus op vervuiling. Die landen moeten meer doen om water uit de kraan drinkbaar te maken, omdat er te veel metaal in zit. De vraag naar filteringsystemen is daar dus groot. Tegen 2020 wil China bovendien 100% van zijn afvalwater behandelen. Nu is dat slechts 50%. Het land zal daarom sterk moeten investeren in infrastructuur. Ook bedrijven die de waterkwaliteit testen en monitoren, zullen groeien. Overal waar men water gebruikt in de voedselketen moet er meer getest en gemonitord worden.”
“In het algemeen zien we een tweevoudige toename: enerzijds zijn er meer bedrijven die met oplossingen komen om de economische druk op het klimaat te verminderen; anderzijds zijn er meer beleggers die willen investeren in duurzame bedrijven en fondsen. Ook duurzame beleggingen kunnen immers hele mooie rendementen opleveren.”