Hoe scoort de Belgische algemene economie tegenover de Europese concurrenten? In de rangschikking van de ‘FutureProof’-index eindigt België op plaats 17 van de 27 EU-landen. Die index evalueert de prestatie van die landen op basis van drie indicatoren, zijnde productiviteit, arbeidsmarkt en overheid (vooral financiën). Een slechte Belgische score verbaast zeker niet voor overheidsfinanciën, terwijl die ook voor de arbeidsmarkt zwak is. Inzake productiviteit kunnen we nog mee met de betere leerlingen van de klas. De koplopers zijn Zweden en Nederland.
Deglobalisering of slowbalisering?
Na dertig jaar van versnelde globalisering lijkt sinds 2008 het tijdperk van de deglobalisering te zijn ingezet. In 2008 piekte de goederenhandel in percentage van het bbp. De handelstarieven voor twee derde van de naar de Verenigde Staten en China geëxporteerde goederen zijn nog steeds drie keer hoger dan vóór de regeerperiode van Donald Trump. Sinds 2021 zijn er wereldwijd meer dan duizend handelsbeperkende maatregelen méér dan liberaliserende maatregelen.
Daartegenover staat dat de gemiddelde wereldwijde handelstarieven op hun laagst blijven. De handelsvolumes stijgen gestaag verder, weliswaar in een trager tempo: +2,8% gemiddelde groei in de periode 2013-2017 tegenover +5,9% over de periode 2001-2008.
Koen De Leus: “Daarom lijkt ‘slowbalisering’ een correctere term dan deglobalisering. Daarbij komt dat de vertraging van de goederenhandel eerder een natuurlijk proces is en niet iets dat voortvloeit uit de grote financiële crisis.”
Of toch eerder herglobalisering?
Het risico op meer handelsconflicten en -disrupties neemt wel toe. Met de Chinese inval in enkele consultancybedrijven staan de Chinese handelsrelaties met het Westen weer op scherp. De Chinees-Amerikaanse technologieoorlog verspreidt zich geleidelijk. De vruchtbare symbiose tussen Europa (Duitsland) en China, een gigantische markt in ruil voor nieuwe technologie, riskeert aan haar einde te komen. Chinese elektrische wagens leggen de Europese (en Duitse) autoconstructeurs in hun eigen continent het vuur aan de schenen. De ogen sluiten voor oneerlijke concurrentie is moeilijk wanneer de eigen binnenlandse bedrijven er het slachtoffer van worden. Niet-tarifaire handelsbelemmeringen nemen toe in een poging de aanvoerketen te decarboniseren en te beveiligen.
Op de weg naar een groenere economie stelt zich binnenkort een belangrijke keuze voor vele landen: bewandelen ze de snelle en goedkope weg samen met China, of bouwen ze hun afhankelijkheid van de wispelturige reus af, waardoor de weg langer en duurder, maar wel veiliger wordt?
Koen De Leus: “De westerse bedrijven beschermen zich tegen sancties via diversificatie naar andere landen. Vietnam en Mexico profiteren vandaag. Wordt India het nieuwe China? Eerder dan slowbalisering lijkt dit op herglobalisering.”
Van offshoring naar reshoring
Het opbreken van de globale waardeketen in kleinere stukjes (offshoring) was de reden voor de initiële handelsversnelling. Dat opbreken heeft zijn natuurlijke piek bereikt. De complexiteit van die keten wordt teruggeschroefd via reshoring. De coronacrisis legde het risico van ontwrichting van de aanvoerketen bloot. Het uitbesteden van het fabricageproces aan goedkopere producenten stoot op zijn limieten. De meest voor de hand liggende mogelijkheden om technologie te combineren met de goedkope arbeid in de fabrieken van de opkomende landen, zijn benut. De groei van goederenhandel schakelt lager. Een toename van de digitale dienstenhandel is een extra motor voor de internationale handel in de komende decennia.
Verenigde Staten, Europa en België
In de Verenigde Staten blijft de bankencrisis niet zonder gevolgen. Kredietschaarste dient er zich aan. Samen met de inverse rentecurve, beide het gevolg van de snel stijgende kortetermijnrente, duwt die het land in de richting van een recessie in de tweede helft van 2023.
Bij de Europese banken berokkent de hogere rente minder schade. Maar ook zij verstrakken de kredietvoorwaarden. De Europese groei vertraagt de komende kwartalen. Door het structurele tekort aan arbeidskrachten vermijden we waarschijnlijk de traditionele ‘doom loop’ van hogere werkloosheid: dalende vraag, groeivertraging, hogere werkloosheid enzovoort.
In de Verenigde Staten is de piekrente bijna bereikt. In Europa verwachten we nog twee bijkomende renteverhogingen tot 4%. Of daarmee definitief de inflatie uit het systeem geperst is, valt te betwijfelen. De algemene inflatie valt op korte termijn wel snel terug. In België is eind dit jaar zelfs een negatieve inflatie mogelijk. Anderzijds verwachten we dat de kerninflatie dan nog op 5% zal staan. Voor België gaan we uit van een groei van 1% dit jaar en 0,8% volgend jaar.
De centrale bankiers zullen het de komende jaren moeilijk hebben om hun 2%-doelstelling duurzaam te halen. Structurele trends zoals de vergrijzing, klimaatschokken en een vertraging van de globalisering duwen de prijzen omhoog. De jaren 20 en 70 van de 20e eeuw tonen ook aan dat, zodra inflatie een bepaald hoog niveau overschrijdt, het zeer moeilijk is om op korte termijn de geest weer in de fles te krijgen.