De post-covid groei in Duitsland stokt. De economie aan de andere kant van de Rijn die traditioneel getrokken wordt door de sterke industrie en de krachtige export, zal in 2021 wellicht minder robuust zijn dan werd verondersteld. De stijging van het bbp in 2021 zou 2,6 procent moeten bedragen. Dat is aanzienlijk minder dan verwacht. Dit is het gevolg van de wereldwijd verstoorde bevoorradingsketens. In 6 maanden tijd zijn de context en de vooruitzichten radicaal veranderd.
Sterk stijgende energieprijzen
Die terugslag is te verklaren door het grote aantal goederen en koopwaar dat door de grondstoffenschaarste niet werd geleverd. Ook al blijft men in Berlijn rekenen op een sterke heropleving van de groei in 2022 met ruim 4 procent.
De orderboekjes in de industrie zitten nochtans vol. Maar de productieketens draaien op een laag pitje, als ze al niet helemaal zijn stilgevallen. Terwijl de stijgende prijzen van hout, plastic, metalen en gas de factuur verzwaren. De Duitse industrie zag daardoor in september haar kosten in één jaar tijd met 14 procent stijgen. En dat is een record sinds de eerste oliecrisis.
De industriële productie nam in augustus een duik van 4 procent, terwijl de export die sinds de eerste Coronagolf onophoudelijk was gestegen, met 1,2 procent daalde. Gevolg: het Duitse ondernemersvertrouwen gaat er maand na maand op achteruit.
De consument als redder van de economie
De Duitse consument zou redding kunnen brengen. Want volgens de GFK-barometer zit de stemming goed en is de bevolking gretig om het geld uit te geven dat ze tijdens de opeenvolgende lockdowns heeft bespaard. En dat ondanks het feit dat de inflatie pijlsnel toeneemt. Het ziet ernaar uit dat de Duitsers nieuwe prijsstijgingen verwachten en dus versneld aankopen. Maar we mogen ons geen illusies maken. Als de inflatie blijft versnellen, gaat dat uiteindelijk de consumenten ondermijnen. De Duitsers vrezen namelijk voor koopkrachtverlies. Want de verminderde industriële activiteit zal onvermijdelijk een terugkeer van gedeeltelijke werkloosheid inluiden.
Brood op de plank voor de volgende regering
Die uitdagingen met betrekking tot de economische conjunctuur zijn een van de opdrachten die de nieuwe regering na de beëindiging van het mandaat van Angela Merkel, zal moeten aanpakken.
Voor de drie partijen die vandaag politieke onderhandelingen voeren in Berlijn en de toekomstige regering gaan leiden, is een massaal investeringsplan een prioritaire doelstelling. Dit is absoluut noodzakelijk om Duitsland koolstofarmer te maken en de economie van het land te digitaliseren. De uitgaven die ze de volgende 10 jaar gaan moeten doen, worden naargelang verschillende schattingen geraamd op 30 tot 50 miljard euro per jaar.
De partijen willen ook terugkeren naar het instrument van de ‘schuldenrem’. Dat belet de overheid om jaarlijks meer dan 0,35 procent van haar bbp uit te geven. Zoals de grondwet toelaat, werd die regel opgeschort om in de strijd tegen de coronapandemie snel enkele miljarden euro’s aan staatshulp te kunnen vinden.
De locomotief van Europa heeft zijn laatste woord zeker nog niet gesproken.