Menu
Macro-economie
24.02.2022
Arne Maes Senior Economist

Belgisch arbeidsaanbod doorstaat pandemie

Door covid zijn we anders gaan werken. Nu de gezondheidssituatie dat toelaat, wordt stilaan duidelijk wat de impact op de arbeidsmarkt is. In de VS zakte de participatiegraad 2,5 procentpunt sinds de start van de pandemie. Maar recent onderzoek toont aan dat de negatieve impact op het aanbod van arbeid dubbel zo groot zou kunnen zijn. In vrijwel alle segmenten op de arbeidsmarkt daalt het gemiddelde aantal uren dat mensen willen werken. Geldt dat ook voor België?

Sinds de start van de pandemie daalde de Amerikaanse arbeidsparticipatie. En wanneer het arbeidsaanbod daalt, moeten de lonen stijgen om de economie op toerental te houden. De krappe arbeidsmarkt riskeert de hoog oplopende Amerikaanse inflatie dus verder aan te wakkeren. Recent onderzoek wijst nu uit dat er sinds de start van de pandemie niet alleen minder Amerikanen actief waren, ze wilden ook minder uren werken. Is het probleem nog groter dan het op het eerste gezicht lijkt?

Arbeidsaanbod

Jason Faberman, Andreas I. Mueller en Ayşegül Şahin gebruiken enquêtegegevens* om het individuele aanbod van arbeidsuren te analyseren. Zo kan iemand met een deeltijdse tewerkstelling bijvoorbeeld aangeven liever 25 dan 20 uur per week te willen werken. Op basis van die gegevens berekenen de auteurs dan hoe groot het beschikbare aanbod aan arbeid is.

Onderstaande grafiek toont hoe deze maatstaf voor beschikbaar arbeidsaanbod (blauw) vóór corona grotendeels gelijkliep met de meer traditionele participatiegraad (rood). Die laatste maatstaf toont welk deel van de bevolking op arbeidsleeftijd effectief aan het werk of op zoek naar werk is.


220224 - ee

Eind 2021 lag de participatiegraad 2,3 procent lager dan begin 2020, vlak voor het virus in de VS uitbrak. Het potentiële aantal gewerkte uren lag met 4,6 procent echter dubbel zo laag. Tussen 2020 en 2021 daalde het aantal uren dat Amerikanen wilden werken immers in alle zowat alle segmenten van de arbeidsmarkt, behalve bij de hoogst opgeleiden.

Die analyse wijst erop dat de participatiegraad mogelijk de krapte op de arbeidsmarkt onderschat. Misschien is het risico op een loon-prijsspiraal dus een stuk groter dan gedacht.

Ook in België?

De beschikbare data bemoeilijken een een-op-eenvergelijking met ons land. In de enquête voor arbeidskrachten wordt gepeild naar de bereidheid van mensen om meer uren te werken**.

De onderstaande grafiek toont welk aandeel van de deeltijdse werkers de voorkeur geeft aan extra werkuren. Er was duidelijk een lichte daling merkbaar tijdens de eerste kwartalen van 2020. Nadien klom de bereidheid om meer uren te werken echter opnieuw. Daarbij was de stijging sterker voor mannen, maar die zijn met een kleine 25 procent wel ondervertegenwoordigd in dit segment van de arbeidsmarkt.

 

220224 - ee b

 

Waar in de VS de afgenomen bereidheid om meer uren te werken voor extra krapte op de arbeidsmarkt zorgde, is dat hoegenaamd niet het geval in ons land. Eens mensen (deeltijds) in dienst zijn, tonen ze zich dus alvast niet minder bereid om hun aantal werkuren op te drijven.

Het Belgische schoentje knelt echter bij het vinden van geschikt personeel. De vacaturegraad van de bedrijfseconomie (met uitsluiting van onder meer overheidsorganisaties) schoot flink omhoog eind vorig jaar. In het derde kwartaal zou goed 6 procent van alle jobs oningevuld blijven. Dat is een stuk meer dan in Duitsland (3,7 procent) en in Nederland (4,7 procent).

Het blijft dus zaak vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen, een oud zeer van de Belgische economie.


* Job Search Supplement of the Survey of Consumer Expectations (SCE) 

** Statbel rapporteert dit voor deeltijdse contracten. Het aantal deeltijdse contracten bleef in België grotendeels stabiel. Sinds de start van de pandemie was goed een op de vier aan het werk in dit statuut.

De opinies in deze blog zijn die van de auteurs en geven niet noodzakelijk het standpunt van BNP Paribas Fortis weer.
Arne Maes Senior Economist
Arne is de interne expert in de Belgische economie. Daarnaast is hij belast met de opbouw en instandhouding van de voorspellingsmodellen van de afdeling en ontwikkelt hij nieuwe onderzoeksideeën. Lees meer

Over het onderwerp

Geen resultaat