Mikken op competitieve én duurzame sectoren

Als grootste bank van België laten we ongeveer 100 miljard euro circuleren in de economie, en hebben we een verantwoordelijkheid voor de directe en indirecte effecten van sectoren die we financieren. Het is onze taak ervoor te zorgen dat die beleggingen en investeringen zo weinig mogelijk negatieve impact hebben op de maatschappij. Voor bepaalde sectoren leggen we daarom strikte voorwaarden of zelfs uitsluitingen op.

Sectoren met een sectorbeleid

Dat we de tabakssector en andere schadelijke praktijken zoals asbestvezel en handel in beschermde diersoorten niet financieren, spreekt voor zich. Maar ook bedrijven die naar olie boren op de Noordpool of bedrijven die zich uitsluitend bezighouden met de exploitatie van schaliegas en -olie en oliehoudend zand sluiten we per definitie uit.

Voor andere gevoelige sectoren passen we een sectorbeleid toe: defensie, kernenergie, palmolie, papierpulp, kolencentrales, mijnbouw, landbouw, olie en gas.

Voldoen spelers uit die sectoren niet aan de voorwaarden van ons sectorbeleid? Dan sluiten we ook hen uit. Enkele extra voorbeelden?

Kolencentrales, palmolie en mijnbouw

BNP Paribas Fortis financiert wereldwijd al enkele jaren geen nieuwe kolencentrales meer. Meer zelfs, we begeleiden elektriciteitsproducerende bedrijven enkel nog als ze meewerken aan de duurzame energieovergang in hun land. Gebruikt een onderneming toch nog steenkool om een gedeelte van haar energie op te wekken? Dan moet ze strenge eisen inzake gezondheid, veiligheid en milieu respecteren. In een recente beleidsverklaring heeft BNP Paribas aangekondigd helemaal uit steenkool te stappen (tegen 2030 in alle OESO-landen, tegen 2040 in de rest van de wereld).

De uitbating van palmolieplantages kan schadelijke effecten hebben op lokale gemeenschappen, het klimaat en ecosystemen. Omdat we duurzame productie aanmoedigen, zien we toe dat bedrijven de officiële duurzame criteria (zoals bepaald door de Roundtable on Sustainable Palm Oil) naleven en steunen we inspanningen voor de totale stopzetting van ontbossing door de palmoliesector.

Voor mijnbouwbedrijven en -projecten stelde BNP Paribas Fortis zélf een lijst van verplichte criteria op, om elk project en bedrijf te evalueren op zijn impact voor de bevolking, gezondheid, veiligheid en het milieu. Kwestie van die bedrijven wereldwijd aan te zetten tot een voorbeeldige aanpak inzake sociale- en milieuverantwoordelijkheid.

Invloed op uw lening

Zijn uitsluitingen een evidentie? Soms wel, maar vaak ook niet. Want wanneer we volledig uit een sector stappen, verliezen we ook de invloed om wanpraktijken om te keren of te stoppen. En dat is soms een lastige beslissing, waarbij we voortdurend de afweging maken tussen het steunen van gunstige evoluties in kritische sectoren zoals de energiesector, en het verliezen van omzet en impact. Dialoog met sectoren en bedrijven is daarom altijd belangrijk.

Zo hangen sommige duurzaamheidsleningen aan grote bedrijven soms af van hun zogenoemde ‘ESG-performance’. Die term staat voor ‘Environmental, Social and Corporate Governance-performance’ en meet hoe een bedrijf scoort op zijn maatschappelijk verantwoord beleid en respect voor de omgeving. Stijgt die score, dan daalt het tarief van een deel van zijn lening, en omgekeerd.

Nog een argument? Wie in zijn sector het beste scoort, wordt het vaakst opgenomen in grote fondsen van institutionele beleggers. Bedrijven die het op het vlak van duurzaamheid laten afweten, krijgen steeds meer kritische vragen van hun aandeelhouders en halen steeds moeilijker geld op. Naast het uitsluiten van bepaalde sectoren, is dat voor ons een belangrijk middel om via onze corebusiness een positieve invloed uit te oefenen op onze klanten en de maatschappij.