De Belg spaart steeds vroeger voor zijn pensioen en het gemiddeld maandelijks bedrag dat hij hiervoor opzij legt, bedraagt 148 euro. Zo blijkt uit een enquête die werd uitgevoerd door het adviesbureau Gfk bij 2.050 Belgen.
In opdracht van bankverzekeraar Fintro en de weekbladen Humo en Moustique peilde het adviesbureau Gfk Significant naar de pensioenverwachtingen van 2.050 Belgen. Een meerderheid verwacht dat haar wettelijk pensioen niet zal volstaan om haar levensstandaard aan het einde van haar loopbaan aan te houden. Het is daarom niet verwonderlijk dat twee op drie werkende Belgen zich financieel voorbereidt via aanvullende pensioenfondsen zoals groepsverzekeringen, individueel pensioensparen en de opbouw van eigen vermogen. Hoewel de respondenten de rol van de banken in het pensioendebat laag inschatten, beschouwt een meerderheid van hen de bank toch als voornaamste adviesbron omtrent het pensioen.
“Vanaf 2030 is minder dan één op twee Belgen actief op de arbeidsmarkt, terwijl het aantal gepensioneerden verder blijft stijgen Wie op zeker wilt spelen, gaat best op zoek naar bijkomende instrumenten om zijn oude dag te financieren. Ook bij Fintro zagen we in 2012 een groei van 2% in pensioen- en langetermijnsparen”, zegt Michael Anseeuw, directeur van Fintro.
Belgen beginnen er vroeg mee
Gemiddeld beginnen Belgen op hun 29ste met pensioensparen en storten ze maandelijks 8,3% van hun netto-inkomen of 148 euro per maand in een bancair pensioenfonds of een pensioenverzekering. Hoe dichter het pensioen nadert, hoe meer er gespaard wordt. De respondenten die nog niet sparen, halen een gebrek aan middelen aan als voornaamste reden. Dat geldt volgens de studie voornamelijk voor alleenstaanden met kinderen (79%).
Bijna één Belg op twee verwacht het later met minder te moeten doen
De enquête toont ook aan dat de meeste Belgen zich wel financieel voorbereiden, maar dat een meerderheid (59%) niet weet hoeveel haar pensioen daadwerkelijk zal bedragen of hoeveel ze moet sparen om haar levensstandaard op het einde van haar actieve loopbaan te behouden. Slechts één op drie acht zich voldoende geïnformeerd over de financiële aspecten ervan. Bij de 55-60-jarigen liet één op twee zijn pensioen al berekenen.
Slechts een minderheid van de ondervraagden maakt zich geen financiële zorgen om de toekomst. Bijna één op twee Belgen verwacht dus te zullen moeten besparen, vooral in uitgaven voor de wagen en kledij. Gemiddeld denkt de Belg 1.600 euro per maand nodig te hebben als gepensioneerde.
Meerderheid voor behoud van het brugpensioen
61% vindt een carrière van 45 jaar voor een volwaardig pensioen te lang. Slechts 29% van de ondervraagden vindt 65 jaar of hoger een geschikte pensioenleeftijd. Volgens de studie zou 40% graag al op 60 jaar met pensioen willen gaan. Het is onthutsend vast te stellen dat slechts 1% het ziet zitten om te werken tot 67 jaar, een leeftijd die soms naar voor wordt geschoven in het pensioendebat. Vandaag werkt slechts één Belg op twee effectief tot zijn 65ste. De gemiddelde loopbaan van de Belg duurt 32,5 jaar.
Tot slot vindt 70% dat de overheid niet klaar is om de vergrijzingsgolf op te vangen. Parallel vindt 56% dat de federale regering te weinig doet om het pensioenstelsel in stand te houden. 51% pleit voor het behoud van het brugpensioen.
Voor belangrijke vragen omtrent het pensioen kan men terecht op Wikifin van de FSMA, mypension.be van de rijksdienst voor pensioenen of op de website van Fintro.