Menu
Politiek
21.05.2021
Koen De Leus Chief Economist

Waarom het Europese Herstelplan wél zal werken

De Europese Commissie stelde eerder deze week haar groeivoorspelling voor dit en volgend jaar opwaarts bij van telkens 3,8% naar 4,3% en 4,4%. Eén van de redenen is het opvallend positief effect van het NextGeneration-EU plan. Een investering van 140 miljard euro of zo’n 1% van het Europees bbp tot eind 2022 levert volgens de Commissie een bijkomende groei van 1,2 procentpunt op. Liggen er de komende jaren nog meer groeiverrassingen in het verschiet?

Het geïnvesteerde bedrag is 1/5de van de 750 miljard euro die Europa uittrekt om de economie sterker uit de pandemie te laten komen, ze te hervormen en jobs te creëren. Het 672,5 miljard euro grote Herstelfonds dat aan de lidstaten subsidies (55%) en leningen (45%) toekent, is de hoeksteen van het plan. Maar de impact van het plan zou beperkt blijven, merkten critici op. Ze wezen erop dat overheidsinvesteringen weinig effect hebben en vaak tot verspilling leiden. Ze signaleerden dat een groot deel van het geld dat in de vorm van leningen wordt uitgekeerd, niet eens zal worden opgenomen.

Leningen

Ook enkele onderzoekers van de Europese Centrale Bank waren die mening begin dit jaar toegedaan. De steunmaatregelen zouden tot een extra groei van amper 1,5% leiden op middellange termijn. Dat is weinig rekening houdende met totale stimuli van 5% van het bbp. Het scepticisme tegenover het plan is begrijpelijk. Het klopt dat de gratis subsidies –370 miljard euro – vlotter zullen worden opgenomen dan de leningen. Kernlanden zoals Nederland en Duitsland kunnen goedkoper lenen op de markt. Maar van de 14 landen die hun plannen al hebben ingediend, hebben 5 landen voor in totaal 140 miljard euro aan leningen aangevraagd. Sommige landen, zoals Spanje, dienen pas later een aanvraag in. Leningen kunnen tot midden 2023 aangevraagd worden.

Vitters wijzen er ook op dat eind 2019 slechts 40% van de door de EU toegekende structuurfondsen effectief waren opgenomen door de lidstaten. Dat is juist, maar uit het verleden weten we dat fondsen veel vlotter worden aangesproken na crisissen, zoals na 2008. Bovendien zijn de publieke investeringen vandaag sterk teruggevallen. Interessante projecten vinden is nu veel gemakkelijker.

Tijd en controle

De EU geeft de landen de nodige tijd om projecten uit te kiezen en voor te bereiden. De lidstaten hebben tot eind 2023 om projecten goedgekeurd te krijgen. Maar in 2023 zal amper een kwart van het totaalbedrag zijn uitgekeerd. Het geld moet trouwens niet alleen besteed worden aan specifieke grote projecten. Het kan gaan naar belastingvoordelen voor bedrijven om hen bijvoorbeeld te bewegen tot digitale projectinvesteringen. De toekenning daarvan gaat veel sneller. Een deel van de fondsen kan ook aangewend worden voor bestaande, eerder dan nieuwe plannen.

Stelt zich vervolgens de vraag van de effectiviteit van de investeringen. Voor de korte termijn ‘boost’ doet dat er weinig toe. Zoals Keynes aanhaalde, is het tijdens recessies zelfs stimulerend om geld te lenen om mensen te betalen sloten te graven en ze weer te vullen. Er wordt niets gecreëerd, niemand wordt beter van de arbeid, maar er komen inkomens waar er werkloosheid was, zodat de multiplicatoren hun werk doen en er groei ontstaat.

Op een gunstig effect op de lange termijngroei en productiviteit kijkt schoonmoeder Europese Commissie toe. Er zit visie achter het herstelplan: minimum een derde van de gefinancierde projecten moet een groen karakter hebben, 20% moet bijdragen aan de verdere digitalisering. Europa houdt de ingediende voorstellen kritisch tegen het licht en stuurt bij waar nodig. De investeringen moeten gepaard gaan met diepgaande hervormingen. In heel wat lidstaten is het opstellen van de plannen toegewezen aan specialisten, niet aan politici. Draghi sprak zijn netwerk van economen en academici aan voor het Italiaanse plan. Het bewierookte Griekse draaiboek werd opgesteld door een herstelcomité met aan het hoofd een Nobelprijswinnaar. Voorbeelden genoeg voor België om inspiratie op te doen.

Meer effect

groei en jobs

Tot slot is de timing ideaal om volop waar voor zijn geld te krijgen. De budgettaire maatregelen die werden genomen sinds de uitbraak van de pandemie, waren opvallend doeltreffend in het dempen van de schok. De neuzen van alle landen staan in dezelfde richting, en het extreem soepel monetaire beleid versterkt nog dit effect. Publieke investeringsuitgaven zijn ook extreem groei-positief: één euro investeringen levert gemiddeld 1,2 euro op aan extra bbp output in de daaropvolgende 2 jaar, zo blijkt uit een honderdtal academische studies. Voor belastingverlagingen en transfers ligt die opbrengst 3 maal lager. Dat effect is waarschijnlijk nog groter aangezien de ramingen geen rekening houden met specifieke effecten van digitale en groene uitgaven. Het IMF raamt dat elk miljoen dollar aan investeringen in duurzame elektriciteit acht nieuwe jobs oplevert. Bij conventionele elektriciteit beperkt zich dat tot drie.

Initieel zal het groeiherstel de komende maanden afkomstig zijn van een stevige inhaalvraag door losgelaten consumenten. Bedrijven hebben tijd nodig om van de klappen te herstellen. Eens die consument zijn lusten heeft botgevierd, moet de overheid de Europese economie op een langetermijn groeipad brengen. Een goed doordacht en perfect getimed NextGeneration-EU plan heeft alles in zijn mars om dat waar te maken. Vermijden we de fout van een te snelle verstrakking van het begrotingsbeleid, dan liggen de komende jaren positieve groeiverrassingen in het verschiet.

De opinies in deze blog zijn die van de auteurs en geven niet noodzakelijk het standpunt van BNP Paribas Fortis weer.
Koen De Leus Chief Economist
Koen De Leus (Bonheiden, 1969) behaalde zijn masterdiploma Handelswetenschappen aan de Economische Hogeschool Sint-Aloysius (EHSAL).Sinds september 2016 is hij Chief Economist bij BNP Paribas Fortis. Hij is ook gastdocent in ‘Behavioural Finance’ aan de EHSAL Management School. Koen publiceerde in 2017 zijn boek ‘De Winnaarseconomie: uitdagingen en kansen van de digitale revolutie’. In 2012 publiceerde Koen ‘De Gouden Beursleuzen’. In 2006 schreef hij ‘Naar Grijsland’ samen met Paul Huybrechts, over de sociale en economische uitdaging van de vergrijzing. Lees meer

Over het onderwerp

Geen resultaat