De klimaattop in Glasgow legt dagelijks de ongelijkheid tussen de deelnemende landen bloot. Rijke landen engageren zich om minder koolstof uit te stoten. Dat kost nauwelijks welvaart, wanneer milieubelastende activiteiten verhuizen naar armere gebieden. Is onze manier van leven enkel houdbaar omdat de goederen die wij consumeren niet langer voor uitstoot zorgen bij ons, maar wél elders?
De weg van de minste weerstand
Het Global Carbon Project (GCP) verzamelde data rond koolstof-uitstoot in verschillende landen. De cijferaars van Our World In Data (OWID, zie deze eerdere bijdrage) gebruiken die data om de impact van internationale handel op CO2-uitstoot te berekenen.
Concreet berekenen ze voor elk land het verschil tussen de CO2-uitstoot van de in- en uitgevoerde goederen. Dat verschil, zeg maar de uitstootbalans, vergelijken ze met de binnenlandse CO2-productie. Zo krijgen we dus een maatstaf voor het belang van internationale handel voor de klimaatdoelstellingen van elk land*.
Onderstaande wereldkaart toont welke landen op deze manier CO2 importeerden (rood), dan wel exporteerden (blauw). Rodere landen consumeren dus goederen waarvan de productie voor vervuiling buiten de eigen landsgrenzen zorgde.
Deze weergave toont hoe westerse landen vooral netto importeerden. In Azië en (West-)Afrika vinden we veeleer netto-exporteurs. België kleurt dieprood.
Uitstoot door consumptie
Voor ons land bedroeg in 2018 het netto saldo 77% van de totale binnenlandse CO2-productie. Dat betekent dat onze binnenlandse consumptie netto voor bijna evenveel CO2-uitstoot binnen als buiten onze landsgrenzen zorgde.
Onderstaande grafiek toont hoe de binnenlandse CO2-uitstoot sinds 1990 met bijna 17% daalde in België. Een knappe prestatie…ware het niet dat tegelijkertijd de uitstoot ten gevolge van onze consumptie met 14% toenam.
Het is duidelijk: de schadelijke consumptie moet dus verder omlaag. Bijvoorbeeld met een doordachte koolstoftaks, waar de gouverneur van de NBB eerder dit jaar een lans voor brak. Politiek gevoelige materie…maar dat mag geen excuus zijn.
Eén hete sociale lente of elk jaar een nieuwe hittegolf, moeilijk kiezen is het niet.
________
* Het planbureau verduidelijkt de dynamiek met een goed voorbeeld.