Heeft inflatie een positieve of negatieve impact op de hypothecaire gezinslasten?

Wat zijn de gevolgen van de inflatie?

De hoge inflatie heeft twee belangrijke gevolgen. Vooreerst zijn de huizenprijzen gestegen. Stijgende materiaalkosten en lonen duwen de kostprijs van een huis hoger. Covid gaf een extra push. Daarnaast verhoogde de ECB de kortetermijnrente in een poging de inflatie af te koelen. Het gevolg daarvan is een hogere hypotheekrente. 

Voor mensen die al een huis hadden en een hypotheeklening met vaste rentevoet – het merendeel van de hypotheekleningen – zijn de gevolgen positief. Eind 2020, net voor de inflatieversnelling, kostte een huis gemiddeld 250.000 euro. Vandaag is dat 280.000 euro. Maar het wordt nog leuker. 

De hypotheekrente die je toen vastlegde voor 20 jaar, bedroeg 1%. Dat komt neer op een maandelijkse afbetaling van 1150 euro. Voor een gemiddeld gezin van tweeverdieners met een totaal inkomen van 4000 euro netto vloeit dan maandelijks 29% van het budget naar de afbetaling van de hypotheek. De automatische loonindexering verhoogde dat inkomen ondertussen tot 4470 euro. De maandelijkse hypotheekafbetalingen bleven hetzelfde en nemen nu een hap van amper 26% uit het gezinsbudget. Hoe leuk kan inflatie zijn?


Wat is de impact voor de huidige kopers van een huis?

Dat gevoel overheerst jammer genoeg niet bij iemand die vandaag een huis wil kopen. Want niet alleen is de hypotheekrente ondertussen opgelopen van 1% naar 3,3%; je droomhuis kost nu ook 280.000 in plaats van 250.000 euro. De maandelijkse rentelast stijgt met meer dan 400 euro tot 1590 euro. Die combinatie van een hogere rente en een grotere lening duwt het te besteden aandeel van het geïndexeerde gezinsbudget naar 36%, 10 procentpunt meer dan de gelukkigen die voor de inflatieopstoot hun huis kochten. 

Maakt inflatie gezinnen blij? Het antwoord hangt af van wie je het vraagt!