De yen blijft dalen tegenover de dollar. In amper 3 jaar tijd verloor de munteenheid meer dan 30% van haar waarde en sinds 2012 is ze met 50% gekelderd. Dat jaar implementeerde de toen nieuw verkozen premier Shinzo Abe zijn ‘Abenomics’, een door fiscale spilzucht gekenmerkt economisch beleid dat werd gefinancierd met het drukken van geld. In 2016 namen die enorme hoeveelheden geld nog toe door de invoering van de controle op de rentecurve. In de praktijk kwam het erop neer dat door alles op te kopen wat werd uitgegeven, het rendement op 10-jarige obligaties op 0% werd gehouden. In een 'normale' wereld daalt de prijs van zulke obligaties wanneer het aanbod van staatspapier groter is dan de vraag, waardoor de rente stijgt. Als een land besluit dat zo’n stijging niet mag gebeuren, dan moet het er dus gewoon voor zorgen dat het aanbod altijd overeenstemt met de vraag.
De massale injectie van geld heeft een prijs
De Bank of Japan (BoJ) heeft de afgelopen 12 jaar de centrale banken wereldwijd een belangrijke les willen leren. Ze deed namelijk alsof je je erdoorheen kunt slaan door probleemloos oneindig veel geld te drukken en te doen zoals zij: voornamelijk met vers gedrukte yen meer dan de helft van de staatsschuld opkopen, samen met een heleboel andere waardepapieren … zonder negatieve gevolgen. Maar vandaag blijkt die les niet te kloppen want de yen stort in. Er hangt dan toch een prijs aan vast: de val van de munt.
Het enige verbazingwekkende is hoe lang je zo’n krankzinnig monetair beleid kunt volhouden voordat je er de negatieve gevolgen van ondervindt. Maar als het dan toch scheefloopt, heeft dat zware gevolgen, zoals de ineenstorting van de yen. En de ‘free lunch'-theorie die tot dat alles heeft geleid, blijkt niet te kloppen. Je hoeft alleen maar de evolutie van de balansen van de Amerikaanse, Europese en Japanse centrale banken naast elkaar te leggen om het probleem te begrijpen.
Weinig overtuigende reactie
De Japanse centrale bank (BoJ) is stapje voor stapje beginnen te reageren. Maar zo zal ze de val van de yen niet kunnen stoppen. Ze blijft de munt ondermijnen door de waarde ervan verder te doen dalen op de valutamarkten, maar nu op een bescheidenere manier.
Het proces begon in december 2022. Toen verhoogden andere centrale banken hun belangrijkste rentetarieven in grote stappen en gingen ze over tot kwantitatieve verstrakking om de inflatie te bestrijden. Die was het gevolg van de fors gestegen energiekosten en de opleving van de economische activiteit na de coronapandemie. Op dat ogenblik heeft de BoJ de markten ‘gechoqueerd’ door het plafond van de 10-jaars rentevork van de Japanse staatsobligaties te verhogen tot 0,5%. In 2023 steeg het naar 1%. En in oktober 2023 werd de bovengrens helemaal losgelaten.
Sindsdien:
De centrale bank heeft dus slechts met enkele minuscule stapjes afstand genomen van haar krankzinnige monetaire beleid. Ze zit nog steeds in de greep van haar oude demonen. Ze probeert het roer wel om te gooien, maar in een (te?) traag tempo.
De enige conclusie in dit stadium is dus dat het land van de rijzende zon er niet in slaagt om de val van zijn munt een halt toe te roepen.