Sporen van Covid-crisis op de markt voor tweede verblijven

De verschuivingen op de markt van woonkredieten voor een tweede verblijf (zowel met recreatief doel als om huurinkomsten te genereren) tonen enkele opmerkelijke tendensen.

Minder naar het buitenland

Eerste vaststelling: 95% van de kredieten voor de aankoop van een tweede verblijf die BNP Paribas Fortis in 2020 verstrekte, was bedoeld voor een goed in België.

Het gemiddeld ontleende bedrag daarvoor is tussen 2016 en 2020 met 9% gestegen. Iets meer dan de helft van de verblijven is bestemd om huuropbrengsten te genereren.

Eigen gebruik

De trend dat het aandeel van kredieten voor tweede verblijven in het buitenland afneemt, nu dus  tot 5%, is er al enkele jaren. Maar het valt toch op dat de lockdownmaatregelen hem in 2020 nog versterken.

Daarenboven was de aankoop van slechts 10% van de tweede verblijven in het buitenland bestemd om huuropbrengsten te genereren, tegenover 22% in 2019. Meer voorkeur, dus, voor eigen gebruik.

‘Digital nomads’?

Ook frappant: de -35-jarigen maakten liefst 20% uit van de kredietnemers voor een tweede verblijf in het buitenland, tegenover maar 4% in 2019.

Misschien werkt de opkomst van ‘digital nomads’, jonge succesvolle ondernemers of jongeren met een zeer hoog loon die vanuit het buitenland kunnen telewerken, dat in de hand.

Is dat een nieuwe trend, dan wel een tijdelijk en eenmalig fenomeen? Dat zal de komende jaren blijken.

Wie koopt waar?

Er valt ook niet naast te kijken dat Frankrijk en Spanje vooral een iets ouder publiek aantrekken. 55% van de kredietnemers voor een tweede verblijf in Spanje waren 50 jaar of ouder, in Frankrijk was dat zelfs 60%.

Misschien geen toeval dat die twee landen ook  het meeste kopers aantrokken. Samen met Nederland  waren ze goed voor 78% van het totaal. Daarna volgden Italië en Portugal.

‘Op kot’

Anderzijds lijkt de lockdown de aankoop van tweede verblijven in de Belgische studentensteden (Leuven, Antwerpen, Mons, Brussel, Ottignies/Louvain-la-Neuve, …) niet afgeremd te hebben.

50 tot zelfs bijna 75 procent van de tweede verblijven in sommige van die steden dienen om huurinkomsten te genereren. ‘Op kot gaan’ heeft dus ondanks een zeer atypisch jaar niet echt aan populariteit ingeboet.

Daling in België…

In België was 2020 goed voor 33,5 miljard euro aan hypothecaire kredieten. Dat is 20% minder dan in 2019, maar slechts 1% minder dan 2018. Het aantal vastgoedtransacties daalde in 2020 met 2,7%. Een duidelijk gevolg van de corona-onzekerheid.

Bij onze bank is de markt voor hypothecaire kredieten  voor de aankoop van een tweede verblijf, binnen- en buitenland samen, met 13% gedaald  tegenover 2019.

Huis of appartement?

In 64,5% van de gevallen ging het om de aankoop van een huis, in 24% is dat een appartement. De aankoop van commercieel of industrieel vastgoed en gronden was goed voor 11,5%. Zowel in Brussel als de Ardennen zijn huizen meer in trek, aan de kust zijn dat - uiteraard - de appartementen.

Nog opmerkelijk: de aankoop van tweede verblijven aan de Belgische kust steeg met 25% vergeleken met 2019, in de Ardennen bedraagt die stijging zelfs 55%. De Covid-crisis laat zich overal voelen…