Nu een groot deel van de westerse wereld langzaam uit ‘lockdown’ komt, wordt de omvang van de schade van COVID-19 zichtbaar. Volgens de Bank of England moeten we teruggaan naar de Grote Winter van 1709 in Europa, de koudste winter in 500 jaar, om nog een grotere krimp van de economie te vinden. Initieel werd gehoopt op een V-herstel. Jammer genoeg zal de heropleving er eerder uitzien als het fameuze Nike-embleem.
Economische activiteit
De wereldwijde economische activiteit valt dit jaar terug met 3,3%. In de Verenigde Staten krimpt de economie met 6,6%, gevolgd door een groei met 5,8% volgend jaar. In de eurozone is dat respectievelijk -9,2% en 5,8%. Het zal meerdere jaren duren vooraleer de economische activiteit opnieuw op hetzelfde peil zit als voor de crisis.
België is, samen met Frankrijk, Spanje en Italië, één van de meest getroffen landen met een krimp van 11,1% dit jaar en een stijging van amper 4,3% in 2021. Voor groeiramingen vertrekken we vandaag van de productiezijde in plaats van de consumptie. In april ging er zo’n 30% van het maandelijks BBP verloren. Zolang er geen vaccin is, zien we de economie niet volledig herstellen. Voor december gaan we uit van een economische activiteit die nog steeds ruim 10% onder haar niveau van voor de crisis ligt. De zwakke heropleving in 2021 is toe te schrijven aan de aanhoudende ‘social distancing’-praktijken en vrees bij de consumenten om besmet te geraken.
Reproductiecijfer R
Cruciaal voor dit zelfs zwakke herstel is het vermijden van een nieuwe ‘lockdown’.
Koen De Leus, Chief Economist: “Het reproductiecijfer R, het aantal nieuwe besmettingen door één besmet persoon, is de komende maanden belangrijker dan de r, de kortetermijnrente van de Europese Centrale Bank, die nog voor jaren op nul zal blijven. Vandaag ligt R voor de meeste westerse landen onder 1. De besmetting dijt niet langer uit. Simulaties waarbij we langzaam evolueren naar een groter aantal toegestane contacten en / of een versoepeling van de huidige ‘social distancing’-praktijken, illustreren dat we, als we te snel de economie openstellen, we zeer snel riskeren opnieuw boven 1 uit te stijgen met een snel stijgend aantal besmettingen tot gevolg. De balans tussen medisch risico en economische schade zal de komende maanden goed tegen elkaar afgewogen moeten worden. Het isoleren van besmette én de meest kwetsbare personen kan het keuzemenu voor de beleidsmakers verruimen.”
Investeringen met hoge multiplicator
Ondertussen doen de overheden er alles aan om de economie te ondersteunen. De wereldwijde beleidsreactie op COVID-19 bestaat uit twee delen: (i) centrale banken proberen om de wisselwerking tussen de financiële markten en de wereldwijde economie te breken in een poging een dreigende financiële crisis te voorkomen; en (ii) de regeringen proberen om faillissementen en jobverlies te vermijden door het absorberen van een groot deel van de bedrijfslonen. Dat alles leidt tot de grootste toename ooit – in vredestijd – van de wereldwijde overheidsuitgaven.
Ook de Belgische regering komt met maatregelen over de brug, maar die vallen voorlopig relatief mager uit. Niettegenstaande ramen we het begrotingstekort op meer dan 10% voor dit jaar en loopt de schuldgraad op tot meer dan 120% van het bruto binnenlands product. De oplopende schuld moet later getackeld worden. Vandaag moet de overheid de heropstart een duw in de rug geven. Belangrijk is wel dat de juiste uitgaven gebeuren.
Koen De Leus: “Wij breken een lans voor investeringen die vooreerst genieten van een hoge multiplicator, dus een grote positieve economische impact hebben. We komen dan uit bij stimuli zoals investeringen in project-specifieke infrastructuur en connectiviteit, met uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling en onderwijs, en die vooral inzetten op herscholing van werknemers.”
Die maatregelen dragen ook positief bij aan het langetermijngroeipotentieel van België, dat we analyseren in onze FutureProof Index. Ons land is één plaats verder weggezakt in de rangschikking en staat nu op de 16de plaats op 27 EU-landen plus het Verenigd Koninkrijk. We zien evenwel geen grote achteruitgang in één van de twaalf paramaters, maar als de anderen vooruitgang boeken, verliest wie ter plaatste trappelt terrein.
Drie fasen op de beurs
Ook op de beurzen zijn het uitzonderlijke tijden: na de snelste berenmarkt in de geschiedenis (los van de crash van 1987) hebben we de sterkste 50-daagse periode voor de aandelenmarkten ooit beleefd. En dat terwijl een groot deel van de wereld in lockdown zat.
We kunnen het beursverloop sinds het begin van de pandemie opdelen in drie fasen. De eerste was de paniekfase. Het werd duidelijk dat COVID-19 niet alleen meer tot China beperkt zou blijven, maar dat het wereldwijd viraal zou gaan en iedereen zag dat het exponentieel ging. Maar het was onmogelijk om de omvang in te schatten. Tegen die achtergrond van onzekerheid leefde de overtuiging dat de munitie bij de centrale banken op was en dat er niet veel op de overheden moest worden gerekend om de klap op te vangen. In de Verenigde Staten zouden, met de verkiezingen van november 2020 in het vizier, Republikeinen en Democraten elkaar zeker niet veel gunnen. En in Europa zou er ook veel gepraat worden, zonder veel concrete resultaten.
In de tweede fase merkten we echter dat de centrale banken massa’s liquiditeiten in het systeem duwden. Ze verlaagden hun rentes waar het nog kon en brachten hun steunaankopen (kwantitatieve versoepeling) naar een nooit gezien tempo. In 4 weken tijden werd er meer geld in de markten en in de reële economie gepompt dan tijdens de hele crisis van 2008-2009. En ook de overheden, zowel in Europa, in Amerika als in de rest van de wereld, gingen vol aan de bak met fiscale steunmaatregelen van 10% tot 20% van het BNP. In deze tweede fase begon het herstel van de financiële markten.
Momenteel zitten we in de derde fase. De pandemie lijkt meer en meer onder controle te geraken en de wereldeconomie start geleidelijk aan weer op. Ondertussen is het wel duidelijk geworden dat het herstel niet V-vormig zal zijn en dat niet alle regio’s en sectoren even snel weer recht zullen krabbelen.
Lange versus korte termijn
Dat maakt dat er in deze fase, alhoewel de nieuwsberichten een stuk positiever zijn geworden, ruimte is voor ontgoocheling en volatiliteit. Het herstel zou eventueel trager kunnen gaan dan de markt, die hoopt op een V-vormig herstel. Er bestaat een risico op een tweede golf met, los van het menselijk leed, andermaal een negatieve impact op de reële economie. Indien vroeger dan verwacht een vaccin gevonden wordt, zou dat een opsteker zijn. Geopolitieke risico’s, zoals de brexit en een heropflakkering van de handelsoorlogen, waren door het virus wat uit de belangstelling geraakt, maar zijn nu terug van eigenlijk nooit weg geweest. Op korte termijn zijn we dus eerder neutraal op de aandelenmarkten en zouden we niet achter de koersen aanhollen. Op iets langere termijn blijven we zeker waarde zien.
Philippe Gijsels, Chief Strategy Officer: “Het is duidelijk dat de centrale banken de rentes nog een heel lange tijd exceptioneel laag zullen houden en onverminderd zullen doorgaan met hun kwantitatieve versoepeling. We zitten dus naar alle waarschijnlijkheid voor een heel lange tijd in een wereld van negatieve reële intrestvoeten, vooral als op een bepaald moment de inflatie weer wat zou stijgen. En de financiële geschiedenis leert ons dat dat een bijzonder goede omgeving is voor reële activa zoals aandelen, vastgoed en goud.”
Grondstoffen en deviezen
Wat grondstoffen betreft, blijven we zeer positief op goud en zilver. Meer uitgesproken positief over industriële metalen zullen we pas zijn wanneer we het herstel van de wereldeconomie en de vraag uit China bevestigd zien. Maar op langere termijn gaan we ervan uit dat koper en andere metalen gelieerd aan de elektrische revolutie in deficit zullen raken (wanneer de vraag groter is dan het aanbod), met structureel hogere prijzen in het verschiet.
De Amerikaanse dollar is nog steeds overgewaardeerd ten opzichte van heel veel andere munten. Momenteel profiteert de USD nog van een veilige haven. Maar als de wereldeconomie verder herstelt, zouden we wel eens op een langetermijnkeerpunt kunnen komen, wat ook de euro hoger zou kunnen drijven. Een zwakkere Amerikaanse dollar, een aantrekkende groei van de wereldeconomie en eventueel wat hogere grondstoffenprijzen zouden een einde kunnen maken aan de zwakke prestaties van de groeilanden ten opzichte van de meer mature markten, een situatie die al meer dan 10 jaar duurt. Hetzelfde geldt voor de waarde-aandelen, die op een historisch dieptepunt staan in vergelijking met de groeiaandelen.
Langetermijnthema’s
Philippe Gijsels: “Het is meer dan ooit opportuun om voor langetermijnthema’s te kiezen. In de post-coronawereld zien we niet alleen een aantal nieuwe trends maar vooral ook het versnellen van een aantal bestaande trends. Zo staan we aan de vooravond van een gouden eeuw voor biotechnologie. Daarnaast zullen de investeringen in infrastructuur niet alleen toenemen maar ook steeds vaker een groene toets krijgen.”
De komende maanden zullen niet alleen volatiel zijn en vol risico’s, nieuwe trends en nieuwe ontwikkelingen zullen ook ongeziene opportuniteiten bieden.
Noot: de redactie van deze tekst werd afgesloten op 15 juni 2020.
Persconferentie: deel Koen De Leus (macro-economisch overzicht)
Persconferentie: deel Philippe Gijsels (beleggingsstrategie)
FutureProof Index : is België klaar voor de toekomst?
Reproductiecijfer R en de economische heropstart
The Only Game in Town (Mohamed A. El-Erian)
De wereld na corona
BNP Paribas Fortis (www.bnpparibasfortis.com) biedt in België een totaalpakket van financiële diensten aan particulieren, zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen, ondernemingen en publieke instellingen. Op het gebied van verzekeringen werkt BNP Paribas Fortis nauw samen, als verbonden agent, met AG Insurance, leader op de Belgische markt. De bank verstrekt internationaal ook maatoplossingen aan vermogende particulieren, grote ondernemingen en publieke en financiële organisaties. Daarbij maakt zij gebruik van de knowhow en het wereldwijde netwerk van BNP Paribas.
BNP Paribas (www.bnpparibas.com) is een vooraanstaande bank in Europa met een internationale uitstraling. Ze is aanwezig in 71 landen en heeft ruim 199.000 medewerkers, waarvan ongeveer 151.000 in Europa. De groep bekleedt sleutelposities in haar drie kernactiviteiten: Domestic Markets en International Financial Services (waarvan de retailbankingnetwerken en de financiële diensten ondergebracht zijn bij Retail Banking & Services) en Corporate & Institutional Banking, dat zich richt op bedrijfsklanten en institutionele klanten. De groep begeleidt al haar klanten (particulieren, verenigingen, ondernemers, kmo’s, grote bedrijven en institutionele klanten) bij de realisatie van hun projecten door hun financierings-, beleggings-, spaar- en verzekeringsdiensten te bieden. De groep heeft vier thuismarkten in Europa (België, Frankrijk, Italië en Luxemburg) en BNP Paribas Personal Finance is de Europese nummer één in kredieten aan particulieren. BNP Paribas ontplooit zijn geïntegreerde model voor Retail Banking in het Middellandse Zeegebied, in Turkije en in Oost-Europa, en heeft een omvangrijk netwerk in het westen van de Verenigde Staten. In Corporate & Institutional Banking en International Financial Services is BNP Paribas toonaangevend in Europa, sterk vertegenwoordigd in Noord- en Zuid-Amerika, en profiteert het van solide en snelgroeiende activiteiten in Azië-Pacific