Menu
BNP Paribas Fortis Economie
03.07.2020

BNP Paribas Fortis publiceert zijn Barometer van de tweede verblijven 2019

BNP Paribas Fortis maakt de cijfers over 2019 bekend van zijn barometer van de tweede verblijven. Een eerste vaststelling is dat, sinds 2014, de uitstaande kredieten voor de aankoop van een tweede onroerend goed alleen maar blijven toenemen. Nu dient een op de vijf hypothecaire leningen voor de aankoop van een tweede onroerend goed. Opmerkelijk dit jaar is dat 1 op de 5 in het buitenland gelegen tweede verblijven tot doel heeft huurinkomsten te genereren.

Met een toename van 4% in 2019 blijft de groei in de woonkredietverlening voor de aankoop van een tweede verblijf, ook na het recordjaar 2018, aanhouden. En als we alleen focussen op de markt van de hypothecaire kredieten voor de aankoop van een tweede verblijf in België, bedraagt de toename zelfs 5,5%.

Bij marktleider BNP Paribas Fortis diende in 2019 een op de vijf aangegane hypothecaire leningen voor de financiering van de aankoop van een tweede verblijf. Dat betekent zoveel als dat 20% van de klanten een tweede verblijf heeft, ongeacht het doel ervan (voor verhuring of voor recreatieve doeleinden) of de geografische bestemming. Toch blijkt uit de cijfers dat een nieuwe bron van inkomsten de voornaamste beweegreden van de kredietnemers is.

België blijft de topbestemming

Volgens de barometer van 2019 zijn de meeste tweede verblijven in België gelegen. Zo bevindt 90% van de tweede verblijven waarvoor BNP Paribas Fortis een lening verstrekt zich in ons land.

Een verklaring daarvoor ligt in verschillende factoren: het is eenvoudiger om de huurbetalingen in de gaten te houden, om de nodige herstellingen aan de woning uit te voeren en om er regelmatig gebruik van te maken, maar het is ook gemakkelijker om bij de huisbankier een hypothecaire lening te krijgen voor de aankoop van een tweede verblijf in België.

Op te merken valt ook dat bij BNP Paribas Fortis 56% van de in België gelegen tweede verblijven tot doel hebben huurinkomsten te genereren. Dat percentage is licht gedaald, want vorig jaar waren 6 op de 10 tweede verblijven nog bestemd om huurinkomsten te genereren. De meeste kredietnemers hebben dus een beleggersprofiel. De meeste van de kredieten die worden toegekend voor een tweede verblijf in België zijn bedoeld voor de aankoop van huizen – goed voor 60% – tegenover 23% voor appartementen en 15% voor commercieel vastgoed of bouwgrond bijvoorbeeld.

De barometer vestigt ook de aandacht op de concentratie van de huurvraag in de universiteitssteden. 60% van de gefinancierde tweede woningen in Ottignies/Louvain-la-Neuve zijn bestemd voor verhuur. In Luik en Bergen is dat 50%. In Leuven en Antwerpen zijn 6 op de 10 tweede verblijven bestemd voor verhuur, terwijl dat in Brussel gaat om 69% van de tweede woningen.

In 2019 was 10% van het aangekochte vastgoed aan de Belgische kust (ongeacht of het om de eerste of tweede woning gaat) te huur. De drie populairste badplaatsen waren: Knokke (25%), Oostende (15%) en Koksijde (6%). In het zuiden van het land zijn Bastenaken (8%), Verviers (5%) en Bertrix (4%) de populairste steden/dorpen van de Ardennen. In de Ardennen was 9% van het aangekochte vastgoed (ongeacht of het om de eerste of tweede woning gaat) te huur. Aan de Belgische kust is 40% van de tweede verblijven voor verhuring bestemd, tegenover 50% in de Ardennen.

De gemiddelde prijs blijft stabiel

In het algemeen bedroeg het gemiddelde leenbedrag voor een tweede verblijf de voorbije drie jaar ongeveer 200.000 euro. In 2019 werd er in België gemiddeld een bedrag van 204.500 euro geleend. Voor een tweede verblijf bestemd voor recreatiedoeleinden komt dat bedrag op 199.150 euro, en op 209.000 euro voor een tweede verblijf dat tot doel heeft huurinkomsten te genereren.

Een op de vijf tweede verblijven in het buitenland is bestemd voor verhuring

“Wanneer BNP Paribas Fortis een woonkrediet verleent voor een tweede verblijf in het buitenland, gaat het meestal om een hergebruik van een hypotheek op een onroerend goed in België, of om een tweede hypotheek daarop”, zegt Marc Delforge, Head of Lending bij BNP Paribas Fortis.

De tweede verblijven in het buitenland zijn steeds vaker bedoeld om huurinkomsten te genereren. In 2017 werd slechts 8% ervan met die bedoeling aangekocht. In 2018 steeg dat percentage tot 13%, terwijl vorig jaar 22% van de in het buitenland aangekochte tweede verblijven bestemd was voor verhuring. Als het tweede verblijf bestemd is voor huurdoeleinden, is Spanje duidelijk de nummer 1-bestemming in het buitenland, gevolgd door Frankrijk, Nederland, Italië en Portugal.  

Typisch profiel van de koper van een tweede verblijf

De barometer van BNP Paribas Fortis schetst ook het profiel van de gemiddelde kredietnemer. Doorgaans gaat het om mensen tussen de 40 en 50 jaar. De kopers van een tweede verblijf in België waren vorig jaar gemiddeld 43 jaar oud, of een jaar jonger dan in 2018. Bijna 75% van de kopers van een tweede verblijf in het buitenland is 50 jaar of ouder.

De gemiddelde looptijd van een woonkrediet was iets langer in 2019 dan in 2018: 203 maanden in plaats van 198. De maandelijkse aflossingen bleven van het ene jaar op het andere vrijwel stabiel, op 623 euro. De gemiddelde quotiteit schommelt rond de grens van 70%. 

“BNP Paribas Fortis past al vele jaren maatregelen toe in het kader van het verantwoord krediet. Om een gezond beheer van kredietverlening en de bescherming van onze klant te garanderen, houden wij bij het toekennen van hypothecaire leningen rekening met verschillende elementen, zoals de quotiteit, de verhouding van de lasten tot de inkomsten en het op het einde van de maand beschikbare inkomen”, benadrukt Marc Delforge nog.

>> Download de Barometer 2019 hieronder <<

Press Team

Linked Files

Tools