Menu
Micro-economie
05.06.2018
Koen De Leus Chief Economist

Zombiebedrijven verlammen Belgische ondernemingsdynamiek

Bovenop een gebrek aan ondernemerschap scoort België zeer zwak in het efficiënt opdoeken van zwakke bedrijven.

België scoort zwak in vergelijking met het Europees gemiddelde in het aantal ondernemingen per inwoner evenals in het creëren van nieuwe ondernemingen. Minder geweten is dat het percentage zombiebedrijven in België ook tot de hoogste in Europa behoort. Sinds de Grote Financiële Crisis nam dat percentage toe van 6 tot bijna 9 procent. Een bruisende ondernemingsdynamiek is maar mogelijk als de zwakke bedrijven zo snel als mogelijk plaats ruimen voor sterke, winstgevende en innovatieve ondernemingen. Creatieve destructie, het concept dat aan de basis ligt van een duurzame groei van de productiviteit, en dus van de welvaart, staat bij ons op een laag pitje.

ZOMBIE

De OESO, de denktank van rijke landen, definieert zombiebedrijven als bedrijven ouder dan 10 jaar waar de winstgevendheid de voorbije drie jaar niet volstond om de rentebetalingen te dekken. Met 9 procent zit België helemaal achteraan de Europese rangschikking. Enkel landen als Spanje en Griekenland laten we achter ons.

Hoe komt het dat dergelijke bedrijven overleven? Het lage rentebeleid speelt een belangrijke rol. Parallel aan de daling van de rente over de voorbije 30 jaar steeg het aantal zombiebedrijven wereldwijd. De huidige extreem lage rente heeft de overlevingskansen van zombiebedrijven nog verhoogd. In de jaren ‘80 maakten zombiebedrijven uit jaar X 1 kans op 2 om ook het daaropvolgend jaar te overleven. Vandaag bedraagt dat 80%.

Zombiebedrijven wegen op verschillende manieren op de productiviteitsgroei. Hun lage productiviteitsgroei haalt het algemeen gemiddelde onderuit. Ze belemmeren tevens de groei van gezonde bedrijven. Hun aanwezigheid op markt verhoogt de concurrentie en haalt de prijzen lager dan deze zonder hen geweest zouden zijn. De strijd om talent binnen  hun sector duwt ook de lonen hoger dan anders het geval zou geweest zijn.

FINANCIERING

Daarenboven is in sectoren met veel zombiebedrijven minder geld beschikbaar voor gezonde ondernemingen. Het percentage kapitaalinvesteringen dat vast zit in deze ondernemingen schommelt in Spanje, Italië en Griekenland tussen 15% en 27%. Om verplichte kapitaalverhogingen te voorkomen is ‘extend and pretend’ de heersende praktijk bij financiële instellingen in die landen.

Ook in België zit 15% van de totale kapitaalinvesteringen in bijna dode bedrijven. In tegenstelling tot de drie voorgaande landen stelden we bij ons gelukkig wel een dalende trend vast in de periode 2010 en 2013 (het laatste beschikbare cijfer). De snelle opkuis van de bankbalansen na de bankencrisis is daar zeker niet vreemd aan. De positieve economische groei heeft de voorbije jaren dat percentage verder naar omlaag gehaald.

RISICOKAPITAAL

Minder geld dat vastzit bij zombiebedrijven is één manier om gezonde bedrijven te voorzien van meer financiering. In het gros van de Europese landen is er tevens een gebrek aan risicokapitaal. Er is geen eengemaakte Europese kapitaalmarkt. Daarnaast spelen banken in Europa traditioneel een belangrijkere rol in het financieel systeem dan in de Verenigde Staten of het VK. Het uitstaande volume bankleningen aan de private sector in de Europese Unie bedraagt zo’n 100% van het bbp tegenover 50% in de VS. Amerikaanse bedrijven financieren er zich veel vaker via de kapitaalmarkten.

Een gemakkelijkere toegang tot risicokapitaal tot op het niveau van het Verenigd Koninkrijk zou de productiviteitsgroei bij de minder productieve bedrijven in de meeste Europese landen met bijna 2 procent de hoogte induwen. België profiteert het meest, samen met Italië en Polen. Ook maatregelen om de bevoorrechte behandeling van schuldfinanciering tegen te gaan, hebben een stevig productiviteitsverhogend effect. België gold hier bij de OESO als internationaal schoolvoorbeeld … tot onze regering vorig jaar besliste de voorwaarden voor de notionele investeringsaftrek sterk aan banden te leggen.

FAILLISSEMENTSWETGEVING

Betere financieringsmogelijkheden voor de gezonde bedrijven is één zaak. Maar hoe het probleem bij de wortel aanpakken en komaf maken met die zombiebedrijven? Een betere faillissementswetgeving is een belangrijke stap voorwaarts en omvat drie belangrijke elementen. Vooreerst is er de behandeling van de ondernemer. Na een bepaalde tijd moet een eind komen aan de boetedoening, hoe sneller, hoe beter en liefst zonder stigma. Ten tweede moeten er goed detectiemechanisme zijn. Een faillissement voorkomen is altijd beter dan het oplossen. Tot slot moeten de benodigde herstructureringstools aanwezig zijn, zowel voor debiteurs als crediteurs. Kan het zo maar dat een minderheid van schuldeisers een herstructureringsplan tegenhouden? Kunnen de activa tijdelijk gevrijwaard worden? Met de introductie van een nieuwe faillissementswet die op 1 mei 2018 van kracht is geworden, werd recent een eerste aanzet tot oplossing gegeven.

Een analyse door de OESO rangschikt België op plaats 32 van de 36. De tekortkomingen zijn evenwichtig verspreid over de drie criteria. Opvallen zijn de aanzienlijke verbeteringen die de Zuid-Europese landen aangebracht hebben aan hun wetgeving sinds de Grote Financiële Crisis. Absolute toppers zijn het nog niet, maar ze zitten stuk voor stuk – met uitzondering van Griekenland op rang 19 – wel in de eerste helft van de rangschikking.

België heeft een eerste belangrijke aanzet tot oplossing gegeven, maar er is nog werk aan de winkel. We moeten opletten want we zijn extra kwetsbaar. Net zoals de lagere rente het aantal zombiebedrijven de hoogte induwde, zijn landen met veel zombiebedrijven extra gevoelig voor een omgeving van stijgende rentevoeten. De extra groei die de hogere productiviteit met zich mee zou brengen, kunnen we gezien de krimp van onze beroepsbevolking goed gebruiken.

180605 - KDL


De opinies in deze blog zijn die van de auteurs en geven niet noodzakelijk het standpunt van BNP Paribas Fortis weer.
Koen De Leus Chief Economist
Koen De Leus (Bonheiden, 1969) behaalde zijn masterdiploma Handelswetenschappen aan de Economische Hogeschool Sint-Aloysius (EHSAL).Sinds september 2016 is hij Chief Economist bij BNP Paribas Fortis. Hij is ook gastdocent in ‘Behavioural Finance’ aan de EHSAL Management School. Koen publiceerde in 2017 zijn boek ‘De Winnaarseconomie: uitdagingen en kansen van de digitale revolutie’. In 2012 publiceerde Koen ‘De Gouden Beursleuzen’. In 2006 schreef hij ‘Naar Grijsland’ samen met Paul Huybrechts, over de sociale en economische uitdaging van de vergrijzing. Lees meer

Over het onderwerp