Menu
Politiek
14.12.2021
Arne Maes Senior Economist

Wanneer leidt protest tot politieke revolutie?

Autocratische leiders zullen in tijden van crisis hun beperktere financiële middelen vooral besteden aan de eigen kiezers. Zo vermijden ze dat die laatsten de oppositie vervoegen en een breed gedragen revolutie starten. Sowieso is het goedkoper de eigen supporters te sussen dan de oppositie, die al niet te zeer opgezet is met de machthebber. Maar recent onderzoek toont aan dat deze afweging nog prominenter wordt in tijden van grote negatieve economische schokken. Onze eigen analyse wijst uit dat langdurige protestacties volgend op zo’n negatieve schok veel vaker tot grote politieke veranderingen leiden.

José Morales-Arilla, een politiek econoom aan de Harvard University, onderzocht hoe een gemiddelde autocraat zich gedraagt. Die blijkt kosten en baten van zijn handelen strategisch af te wegen, zoals het een homo economicus betaamt, maar dat wisten we eigenlijk al.

Om het eigen politieke voortbestaan te garanderen, moeten autocraten een breed gedragen revolutie vermijden. Dat doen ze door verschillende fracties, zowel de eigen supporters als de oppositie, tevreden te houden. De autocraat verdeelt zijn beschikbare middelen (geldstromen, maar ook andere privileges) met dit doel in gedachten.

Morales’ hypothese is dat dit precaire evenwicht bij een negatieve economische schok instabiel wordt. Op dat moment beschikt de autocraat, die belastings- en andere staatsinkomsten beheert, immers over minder middelen. Hij of zij zal dan volgens Morales vooral inzetten op de eigen supporters. Deze zijn immers ‘goedkoper’ dan de opposanten die de autocraat voordien al rauw lustten. 

Venezuela 2019

Morales testte zijn idee eerst uit op de stroomonderbrekingen in Venezuela twee jaar geleden. Op dat moment verkeerde het land al in een diepe constitutionele crisis. Waarnemers gaven het chavistaregime zo’n 35 procent kans om aan de macht te blijven.

De duurtijd van de stroomonderbrekingen verschilde sterk tussen de verschillende regio’s van het land. De overheid reageerde door rantsoeneringsschema’s op te stellen. Regio’s die langer zonder elektriciteit zaten, kregen strengere beperkingen opgelegd. Maar die getroffen regio’s, die de president het meest steunden, bleven grotendeels gespaard van rantsoenering.

Tijdens de periode met de stroomonderbrekingen vonden er – weinig verrassend – meer protesten plaats. Maar deze speelden zich enkel af in de regio’s van de oppositie. Morales concludeerde dat het rantsoeneringsbeleid op deze manier het regime beschermde tegen nationale onrusten.

Dat een strategisch autocraat de eigen supporters vooral te vriend wil houden, is niet zo verrassend. Morales’ voornaamste inzicht is dan ook dat de discriminatie in het gevoerde beleid net toeneemt bij een economische schok. Maar is dat een gerechtvaardigde strategie?

Langdurig protest zorgt voor verandering

De Global Protest Tracker geeft een overzicht van de wereldwijde anti-overheidsprotesten sinds 2017. Onder de 297 opgelijste protesten vinden we naast de ‘gele hesjes’ (Frankrijk), de steunbetuigingen aan Aleksej Navalny (Rusland) en de Catalaanse onafhankelijkheidsbetogers (Spanje) ook de acties tegen de coronamaatregelen van deze zomer in onze buurlanden terug.

Interessant is dat ook de aanleidingen van de protesten worden getoond: deze kunnen politiek of economisch zijn, met een aparte categorie voor wanneer er corruptie in het spel was. Tot slot geeft de tracker ook mee of het protest effectief tot grote verandering in het politieke bestel leidde.

Dat laatste kan gebruikt worden om de impact van een protest te meten. Onderstaande grafiek toont welk percentage van de acties effectief tot grote veranderingen leidde*. Het valt op dat protest volgend op een economische schok in 53 procent van de gevallen tot verandering leidde, tegenover 20 procent in afwezigheid van zo’n schok. 

211214 - EE- autoc

Strategische autocraten zijn dus best op hun hoede wanneer de economische motor stilvalt. Zeker wanneer de protesten langdurig aanhouden. Als betogers het langer dan drie maanden volhouden, verdubbelt de kans op succes zowat, van 38 naar 73 procent**.

Morales’ werk zorgt dus voor een beter begrip van de politieke en economische realiteit in landen die vaak een beroep doen op buitenlandse hulp.  Hij pleit ervoor om onder meer satellietbeelden in te zetten om duidelijker te kunnen opvolgen of de internationale steun effectief de gehele lokale bevolking ten goede komt, wat lang niet altijd het geval is.  Alle beetjes helpen.

 

* Het gaat hierbij enkel over landen die als ‘niet vrij’ worden omschreven op basis van het Freedom World-rapport. Dat zijn daarom niet noodzakelijk landen waar een autocraat de plak zwaait, maar de desbetreffende groep landen scoort in het rapport gemiddeld erg slecht in de categorie ‘Politiek Pluralisme’.

** Opvallend is wel dat langlopende protesten ook vaker gepaard gedaan met gewelddadig overheidsingrijpen. Dat gebeurt in 50 procent van de gevallen, tegen over ‘maar’ een op de drie voor kortere protesten.

De opinies in deze blog zijn die van de auteurs en geven niet noodzakelijk het standpunt van BNP Paribas Fortis weer.
Arne Maes Senior Economist
Arne is de interne expert in de Belgische economie. Daarnaast is hij belast met de opbouw en instandhouding van de voorspellingsmodellen van de afdeling en ontwikkelt hij nieuwe onderzoeksideeën. Lees meer

Over het onderwerp

Geen resultaat