Sinds enkele weken zien we op de financiële markten een nieuw scenario: terwijl de inflatie zowat overal haar duizelingwekkende klim voortzet, stijgt de Amerikaanse langetermijnrente niet langer. Ze is zelfs comfortabel onder de drempel van 1,5% teruggezakt. Als logische gevolg daarvan bereikte de reële rente (de nominale rente min verwachte inflatie) onlangs een belangrijke mijlpaal: de 10-jaarsrente daalde naar ‑1,127%. Een record!
Wat is er aan de hand?
In het eerste kwartaal van 2021 veroorzaakten de scherpe prijsstijging van veel grondstoffen en de verwachting van sterke groeicijfers een kleine revolutie op de obligatiemarkten. Ze zetten de beleggers namelijk aan om zich van de obligaties af te keren, omdat het ernaar uitzag dat de rente verder zou stijgen, en de voorkeur te geven aan aandelen, logischerwijze de grote winnaars van de heersende economische context.
Sinds enkele weken is de verwachte inflatieversnelling er wel gekomen, maar de deltavariant heeft de hoop op een krachtig herstel van de activiteiten aan het wankelen gebracht. Bovendien hebben de jongste beslissingen van de Chinese overheid om de enorme winsten in sector van het private onderwijs (dat zeer populair is bij welgestelde ouders die hun kinderen optimale kansen willen bieden) bruusk in te perken, tot een paniekgolf op de Aziatische beurzen geleid. Dat alles zadelt de beleggers met grote vragen en nieuwe beslommeringen op, die ze moeten analyseren. Wat als de wereld door de huidige context in een toestand van stagflatie zou belanden: geringe groei (minder dan verwacht), maar toch inflatie? Dan kan men maar beter uitkijken voor de beurs – want veel bedrijven kunnen heel slecht tegen stagflatie – en weer voor 'risicoloze' beleggingen opteren … Dat is wat er nu lijkt te gebeuren: in enkele dagen tijd sloeg de langetermijnrente weer aan het dalen en sleepte ze logischerwijze de reële rente mee naar nieuwe negatieve records.
Reden tot bezorgdheid?
Is die toestand onrustwekkend? Deels wel, want de wereldbeurzen hebben een topniveau bereikt, gesteund door het vertrouwen in een terugkeer naar de wereld zoals hij vroeger was, met een buitengewone inhaalbeweging van de groei, zoals we in China zagen in het eerste kwartaal van 2021, toen het BBP met 44% steeg ten opzichte van een jaar voordien.
De vrees voor de impact van de deltavariant (minder versoepelingen, opnieuw beperkingen voor bepaalde sectoren, enz.), in combinatie met de zekerheid dat de inflatie nog een hele tijd hoog zal blijven omdat er niet meteen een einde komt aan de grondstoffenschaarste, dreigt te leiden tot winstnemingen bij sommige beleggers, die zich zorgen maken over de gang van zaken. Bovendien worden in de zomer traditioneel ook kleinere volumes verhandeld, wat vaak voor hevige bewegingen zorgt. Augustus staat daarvoor bekend …
Wat zijn de vooruitzichten op langere termijn?
Hoe lager de langetermijnrente zakt, hoe minder aantrekkelijk de obligatiemarkten worden. Dat hebben we de voorbije 12 maanden wel gemerkt. Het verklaart trouwens ten dele waarom de beurzen en de andere activacategorieën, zoals vastgoed, het zo goed deden. Het is weinig waarschijnlijk dat daarin verandering komt, ook al zijn turbulenties op korte termijn niet uitgesloten.