Menu
Financiele Markten
30.05.2018
Sylviane Delcuve Senior Economist

Privéschulden in Europa: ieder zijn weg

De Italiaanse verkiezingen brengen weer onrust op de markten, net voor de zomer. Men besteedde misschien minder aandacht aan de evolutie van de privéschulden sinds de crisis, maar dat kan op middellange termijn wel gevolgen hebben. Wat te verwachten ?

 

De onzekerheid op de markten is terug van weggeweest

De Italiaanse verkiezingen waren net dat duwtje te veel waardoor met de zomer in zicht de onrust op de financiële markten terugkeerde. Sinds de verkiezingen van 4 maart stegen de rentevoeten op 10 jaar er met 1 procent, van 1,75 naar 2,75 procent. In het kielzog daarvan had de eenheidsmunt eveneens te lijden onder de onzekerheid die het Europese project opnieuw omringt.

Het is weliswaar nog te vroeg om conclusies te trekken, maar toch is het aangewezen die stijging van de langetermijnrente goed in het oog te houden. Want sinds de financiële crisis is men zich anders gaan gedragen. Overal ging men focussen op het herstel van de overheidsschulden, met wisselend succes afhankelijk van land tot land. Terwijl men misschien minder aandacht besteedde aan de evolutie van de privéschulden. En dat kan op middellange termijn wel gevolgen hebben.

De schuldenlast van de privésector sinds 10 jaar: een evolutie met veel tegenstellingen

Onderstaande grafiek is alarmerend. Hij geeft de evolutie weer van de schulden van de privésector (gezinnen en bedrijven) van een aantal landen uitgedrukt in percentage van het BBP. De schuldgraad in België lijkt met ruim 200 procent op het eerste gezicht zeer zorgwekkend. Maar we mogen niet uit het oog verliezen dat die cijfers kunstmatig zijn opgeblazen door de aantrekkingskracht van de notionele intrest. Die leidt tot een sterke stijging van de schuldgraad van de Belgische ondernemingen. De schuld van de bedrijven is echter de voorbije 10 jaar snel gestegen van 130 naar 160 procent. Ook de schuld van de gezinnen ging de hoogte in en steeg volgens de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) tussen 2008 en 2017 van 50 procent naar 60 procent van het BBP.

endettement privé europe

Duitsers en Italianen hebben minder schulden dan de Belgen en de Fransen.

Het contrast tussen België en Frankrijk enerzijds, en Duitsland en Italië anderzijds is opvallend. In Frankrijk kenden de schulden van de bedrijven, net als in België trouwens, een aanzienlijke stijging: op 10 jaar stegen die van 105 procent van het BBP naar 135 procent. Het is die evolutie die bij de Gouverneur van de Banque de France ongerustheid veroorzaakt. Hij verklaart bang te zijn voor de gevolgen indien de rente nog meer zou stijgen.

In Duitsland en Italië daarentegen heeft de financiële crisis ertoe geleid dat de privésector zijn schulden afbouwde. Vooral bij de ondernemingen zijn de verschillen opvallend: 55 procent van het BBP in Duitsland tegenover 70 procent in Italië en 135 procent in Frankrijk. De Duitse gezinnen hadden lange tijd de hoogste schuldgraad. Op het ogenblik van de invoering van de eenheidsmunt bedroeg die 70 procent van het BBP, terwijl dat toen in Frankrijk 35 procent was. Maar geleidelijk aan keerde die situatie: vandaag hebben de Duitse gezinnen minder schulden dan de Franse: respectievelijk 55 en 60 procent van het BBP. Alleen de Italiaanse gezinnen doen beter met een schuldgraad van slechts 40 procent van het BBP… De Italiaanse staat mag dan wel arm zijn, de Italianen zelf zijn dat niet…

Uit de evolutie van de private schuld blijkt dus dat we de toekomst met ongelijke wapens tegemoet treden. Zeker indien de Italiaanse politieke situatie deze zomer zou escaleren.

De opinies in deze blog zijn die van de auteurs en geven niet noodzakelijk het standpunt van BNP Paribas Fortis weer.
Sylviane Delcuve Senior Economist
- Master in de economie aan de ULB - Economist in de marktenzaal van de grootste bank van het land gedurende 10 jaar - Kredietverantwoordelijke voor de gestructureerde producten - Uitgebreide onderwijservaring: ULB, Solvay, ULg, HEC St Louis Lees meer

Over het onderwerp

Geen resultaat