Menu
Micro-economie
06.02.2019
Koen De Leus Chief Economist

Nieuwe wereld, nieuwe wetten

De Europese Commissie zal waarschijnlijk de geplande fusie tussen industriële mastodonten Alstom en Siemens afkeuren. Fusies leiden tot concentratie binnen sectoren. In de VS bijvoorbeeld, waar de antitrust autoriteiten de voorbije decennia meer een ‘handsoff’ attitude hebben aangenomen, stegen de winstmarges in sommige sectoren veel meer dan in Europa. Werknemers in die sectoren zagen hun loon sneller stijgen. De ongelijkheid nam in de VS daardoor sneller toe. De consument betaalde het gelag via hogere prijzen. Minder concurrentie binnen een sector weegt ook op innovatie. En de economische geschiedenis leert dat monopolisten vroeg of laat de neiging hebben hun monopoliepositie te misbruiken

Allemaal valabele redenen om strikte antitrust regels toe te passen. Maar die moeten globaal uniform zijn. De voorbije decennia is dat niet meer en dat knaagt aan de Europese concurrentiepositie. Het magazine Forbes berekent sinds 2002 de top-2000 van grootste bedrijven wereldwijd. In haar eerste editie verdeelden 6 Amerikaanse en 4 Europese bedrijven de top-10 plaatsen. De meest recente lijst van 2018 toont een evenredige verdeling tussen de VS en China. Opboksen tegen deze internationale mastodonten wordt steeds moeilijker. Zelfs na de fusie zal de omzet van Siemen-Alstom trouwens slechts de helft zijn van het Chinese CCTG.

Alain Bernard, de CEO van DEME, slaagt op dezelfde nagel in een recent interview (met zakenkrant De Tijd). Daarin stelt hij dat de vier Europese marktleiders in de baggersector – DEME, Jan De Nul, Boskalis, Van Oord – volgens de Europese regels te groot zijn om te fuseren. In China slorpte rederij Cosco alle grote Chinese containerlijnen op. “Het tekent het onevenwicht tussen Chinese megabedrijven en de Europese politiek om alles af te stoten als je te groot wordt.”

De wereld verandert. Groeiland China is vandaag concurrent China. Dumpingpraktijken en Chinese staatssteun werden in het verleden door de vingers gezien. Moeilijk doen op dat vlak hield ook het risico in uit de lucratieve Chinese markt geweerd te worden in andere, meer belangrijke sectoren. Duitsland en haar zonnepanelenindustrie illustreert dit mooi.

Midden jaren 2000 was Duitsland ’s werelds grootste producent van zonnepanelen. De Europese en Amerikaanse markt werd het voorbije decennium overspoeld door goedkope Chinese producenten. In 2017 vroeg SolarWorld, Duitslands laatste grote producent, het faillissement aan. Antidumping maatregelen omzeilt China door de productie naar buurlanden te verhuizen.

Waarom maakte Duitsland geen halszaak van de verdediging van deze, en nog enkele andere, industrieën? Chinese concurrentie speelde enkel in laagtechnologische sectoren. Die vormden geen gevaar voor de hightech Duitse industriële bedrijven. En die floreerden op de Chinese markt. In 2016 bedroegen de Duitse investeringen in China 76 miljard euro of 6,8% van de totale Duitse buitenlandse investeringen. Ongeveer 5,200 Duitse bedrijven zijn actief in China, goed voor 1 miljoen werknemers.

De Chinese en Duitse industrie zijn niet langer complementair. Ze komen in elkaars vaarwater. China wil niet geplet geraken tussen de goedkope producten van de lageloonlanden en de top technologische producten van het Westen. Met het ‘Made in China 2025’-plan wil het meespelen in de absolute wereldtop in sectoren zoals robottechnologie, nieuwe generatie IT, energie-uitrusting en … geavanceerde spoorvervoersystemen. Het wil ook bijna drie kwart van de aanvoerketen voor deze sectoren in eigen handen krijgen. De mooie symbiose van de Chinese en Duitse (en andere Europese) industrieën verandert in een stevige concurrentiestrijd.

De Duitse Federatie voor Industrie trok begin dit jaar aan de alarmbel in een studie met de titel “Partners en systemische concurrenten – Hoe omgaan met de Chinese staatsgecontroleerde economie?”. Het stelt daarin terecht dat Europa een gemeenschappelijke industriële strategie moet ontwikkelen. De Europese lidstaten moeten ook veel meer investeren in onderzoek en ontwikkeling. Een reden waarom de VS gigantische technologiebedrijven heeft en Europa niet, is dat Silicon Valley gedurende vijftig jaar zijn belangrijkste boost heeft gekregen via overheidsinvesteringen.

De Europese antitrust wetgeving moet niet plots de vuilbak ingaan omdat de Chinezen er een andere regime op aanhouden. Wel moeten we, gezien de veranderende economische omgeving, ons liberaal paradigma in vraag durven stellen. Inmenging van de staat in deze nieuwe wereld – zoals bij ‘matching clauses’ waarbij extra staatssteun wordt toegekend in geval concurrentie van buiten Europa gelijkaardige steun krijgt – is soms cruciaal. Misschien moeten we ook strategische sectoren definiëren die we willen beschermen. In andere sectoren waar buitenlandse giganten op de Europese poorten inbeuken om binnen te geraken, is een fellere verdediging van de wallen nodig om een ‘level-playing field’ te behouden.

Wetgeving, vooral de anti-subsidie wetgeving, moet worden versterken. Nog beter zou zijn globale regels af te spreken in de Wereldhandelsorganisatie, waar samen met andere landen China de duimschroeven kan aangedraaid worden. De tegenstand van de Chinezen zal groot zijn. Staatsinterventie staat centraal in haar economisch beleid. Pragmatiek moet dan overheersen op dogma’s, want als de Chinezen abrupt ons de toegang tot hun markt weigeren, verdwijnt de belangrijkste groei- en winstmotor voor heel wat internationale bedrijven.

Een nieuwe wereld vereist een aanpassing van de regels. Door heiliger te zijn dan de paus verdient Europa de prijs van fair play.  Dat is nobel, maar zonder pan-Europese toppers dreigen we in die wereld van de kaart gespeeld te worden.

De opinies in deze blog zijn die van de auteurs en geven niet noodzakelijk het standpunt van BNP Paribas Fortis weer.
Koen De Leus Chief Economist
Koen De Leus (Bonheiden, 1969) behaalde zijn masterdiploma Handelswetenschappen aan de Economische Hogeschool Sint-Aloysius (EHSAL).Sinds september 2016 is hij Chief Economist bij BNP Paribas Fortis. Hij is ook gastdocent in ‘Behavioural Finance’ aan de EHSAL Management School. Koen publiceerde in 2017 zijn boek ‘De Winnaarseconomie: uitdagingen en kansen van de digitale revolutie’. In 2012 publiceerde Koen ‘De Gouden Beursleuzen’. In 2006 schreef hij ‘Naar Grijsland’ samen met Paul Huybrechts, over de sociale en economische uitdaging van de vergrijzing. Lees meer

Over het onderwerp

Geen resultaat