Menu
Politiek
10.10.2022
Arne Maes Senior Economist

Het smalle pad naar een Nobelprijs

De spanning is te snijden, deze ochtend op onze studiedienst. Deze middag valt in Zweden de beslissing over de Nobelprijs Economie 2022. Zoals altijd is het gissen naar de beweegredenen van de jury. Wij wagen ons al lang niet meer aan voorspellingen, maar hopen als vanouds op de onnavolgbare Daron Acemoglu. Zijn recentste boek biedt het antwoord op enkele van de belangrijkste problemen van onze tijd. Dat zal de jury zeker niet ontgaan zijn.

Na een resem niet-uitgekomen voorspellingen, veranderen we dit jaar het geweer van schouder. Ooit zal de Turks-Amerikaanse econoom Daron Acemoglu de prijs winnen. Dat kan bijna niet anders. Hij won de John Bates Clark Medal (2005) en werd uitgeroepen tot de meest geciteerde econoom (2015). De ideale gelegenheid om zijn recentste telg ‘The Narrow Corridor’ eens tegen het licht te houden.

De race naar vrijheid

In ‘Why Nations Fail’ onderzochten Acemoglu en coauteur James Robinson waarom sommige naties economisch welvarend zijn en waarom het in andere, op het eerste gezicht sterk gelijkende, plekken minder leuk vertoeven is. Het antwoord? Sterke, inclusieve staatsstructuren zoals rechtbanken, waar elk individu zijn of haar rechten kan laten gelden. De overheid, en hoe ze zich gedraagt, bepaalt in belangrijke mate het economische speelveld.

In ‘The Narrow Corridor’ kijken beide heren Leviathan  ̶  zeg maar ‘de staat’  ̶  opnieuw recht in de ogen. Ze zoeken uit wat er nodig is om individuele vrijheden te beschermen en uit te breiden. Dat is enerzijds een sterke staat die wetten kan uitvaardigen en laten gelden, een Hobbesiaanse staat die het monopolie heeft op geweld en die individuen beschermt tegen elkaar.

Anderzijds is er ook een sterke samenleving nodig die participeert in de beleidsvorming en die zich verzet tegen belangenconflicten van haar leiders. Anders dreigen die leiders het algemeen belang uit het oog te verliezen. Onderstaande grafiek toont hoe we de evolutie van landen doorheen de tijd kunnen voorspellen aan de hand van hoe machtig de staat én de samenleving op een bepaald moment zijn.

EE 2210071

Een staat die al te actief ingrijpt in de economie en het sociale leven, riskeert de samenleving te verstikken. Zonder tegengas van kiezers, ontwikkelt de staat zich tot een almaar sterker despotisch systeem. Dat scenario zien we links op de grafiek.

Een (zeer traditionele) samenleving met sterke, vaak religieus geïnspireerde normen maakt het dan weer erg moeilijk om een moderne, performante staat op te bouwen. Dat wordt rechts onderaan op het schema weergegeven als de afwezige Leviathan.

Het ideale pad, dat de auteurs een geketende Leviathan noemen, ontstaat wanneer de staat en de samenleving beide gelijktijdig sterker worden. In het boek wordt de analogie met een zogenaamde rode-koninginrace* gemaakt: zowel staat als samenleving moeten constant blijven evolueren om niet te worden overtroffen door elkaar.

Blik op het verleden …

Dat ideale evenwicht vinden we volgens de schrijvers terug in Europa. De Romeinen ontwikkelden een sterke staat. Die was verantwoordelijk voor infrastructuurwerken, voedselbedeling en oorlogvoering. Verschillende Germaanse stammen, waaronder de Franken, waren dan weer een toonbeeld van een participatieve samenleving. Daarin werden beslissingen vaak collectief genomen, zowel door een groep van vertegenwoordigers als door Jan met de pet. Beide elementen zien we nadien terugkomen in West-Europa, met goede gevolgen.

China  ̶  volgens de auteurs het voorbeeld bij uitstek van een dominante Leviathan  ̶  bevindt zich links bovenaan op het schema. De staat weegt zodanig op de samenleving dat die zich onvoldoende kan blijven ontwikkelen. De omgekeerde situatie geldt dan weer voor India. Het kastensysteem, een geheel van sterk ontwikkelde sociale normen, verhindert de uitbouw van de staat. Zo raken vacatures in de Indische bureaucratie niet ingevuld, omdat leden van de lagere kasten er niet voor (mogen) worden gevraagd. De auteurs plaatsen India rechts onderaan.

De grafiek helpt ons ook te begrijpen hoe diverse landen verschillend reageren op dezelfde externe omstandigheden, afhankelijk van hun startpunt. Hieronder is te zien hoe het Polen, Rusland en Tadzjikistan verging na het uit elkaar vallen van de Sovjet-Unie. De daaropvolgende verzwakking van het overheidsapparaat had finaal weinig impact op het traject van Rusland.

EE 2210072.jpg

Polen kwam nadien echter op Acemoglu’s smalle pad terecht. Dat was onder meer het gevolg van de autonomie die de Polen behielden bij het cultiveren van hun eigen land, in tegenstelling tot het regime in Rusland en in Oekraïne. Die vrijheid gaf de Poolse samenleving meer ruimte om zichzelf te ontwikkelen, waardoor ze zich begin jaren 90 meer naar rechts bevond op de grafiek ten opzichte van Rusland. Het contrast met de situatie in Tadzjikistan, met op dat moment een onderontwikkelde staat én samenleving, wordt pijnlijk duidelijk.

… en de toekomst

Onze tijd is er een van coördinatieproblemen. Die ontstaan wanneer individuele en groepsbelangen niet perfect samenvallen. Tijdens de pandemie werden we verplicht thuis te blijven om elkaar niet te besmetten. De sociale kosten van de vervuiling zitten niet of nauwelijks verrekend in de marktprijzen. Geopolitieke spanningen verstoren de aanvoerketens van individuele bedrijven (en landen). COVID-19, het klimaat en een gedeeltelijke ontglobalisering zijn geen problemen die individuen zelf kunnen oplossen. We zullen de komende tijd sterkere overheden nodig hebben, die coördineren, plannen, investeren en ons beschermen.

In Acemoglu’s model schuiven wij, burgers van het rijke Westen, verticaal omhoog nu de staat noodgedwongen machtiger wordt. We riskeren zo buiten het smalle pad te belanden. Onzekere tijden zijn nu eenmaal een ideale voedingsbodem voor autoritair leiderschap. De les is dat we tegelijkertijd moeten investeren in een sterke participerende samenleving, waarin gelijke kansen centraal staan. Een overheid met meer verantwoordelijkheden vereist een sterkere civiele controle.

Nu nog een politicus vinden die dat verhaal wervend kan verkondigen.

* Het idee van de rode-koninginrace is afkomstig uit de romans van Lewis Caroll. De race verwijst naar een situatie waarbij het behouden van het evenwicht (‘stilstaan’) flink wat energie vereist (‘snel lopen’). Denk maar aan bedrijven in een stabiele markt die veel geld uitgeven aan marketing om maar geen marktaandeel te verliezen, of aan een wapenwedloop.

De opinies in deze blog zijn die van de auteurs en geven niet noodzakelijk het standpunt van BNP Paribas Fortis weer.
Arne Maes Senior Economist
Arne is de interne expert in de Belgische economie. Daarnaast is hij belast met de opbouw en instandhouding van de voorspellingsmodellen van de afdeling en ontwikkelt hij nieuwe onderzoeksideeën. Lees meer

Over het onderwerp