De Fed onderstreepte de ‘symmetrie’ van haar inflatiedoelstelling. Na zolang onder de 2 procent te zijn gebleven, heeft ze geen probleem om de inflatie wat boven de 2% doelstelling te laten uitstijgen. De 10-jaarsobligatie koerste hoger waardoor de rente met 10 basispunten onderuit ging en afsloot op 2,5%. De Fed is duidelijk niet meer gehaast dan voorheen om de rente op te krikken. Dat kan wegen op de dollar en is positief voor de aandelenmarkten.
Een belangrijke vraag die niet behandeld werd, is wat er moet gebeuren met de hoogzwangere balans van de Federal Reserve. 4.500 miljard dollar aan activa staan daarop geparkeerd. Voorstanders stellen dat het afbouwen van die balans absoluut nodig is omdat dit geld via de banken in de reële economie komt en leidt tot een opwaartse inflatiespiraal. Dit is (nog) niet gebeurd: het geld staat werkloos op de bankbalansen geparkeerd en de omloopsnelheid is volledig in elkaar gezakt.
Er is echter een ander risico van het aanhouden van al die overheidsobligatie (evenals mortgage backed securities) op de balans. Volgens een populair model van de studiedienst van de Federal Reserve drukt dit de termijnpremie van de langetermijnrente met 120 basispunten. De termijnpremie is de premie die je ontvangt omdat je een obligatie van 10 jaar koopt in plaats van 10 jaar na elkaar te investeren in obligaties met een looptijd van 1 jaar. De langetermijnrente blijft dus veel lager dan indien die activa niet op de balans zouden staan. Dit heeft tot gevolg dat de kortetermijnrente – tot pakweg looptijd van 2 jaar – wel reageert op de stijging van de Fed Funds, maar dat de langetermijnrente amper mee de hoogte ingaat. Vandaag merk je dat ook: met een langetermijnrente van 2,5% blijft de stijging van de langetermijnrente zeer beperkt niettegenstaande de fors toegenomen waarschijnlijkheid van renteverhogingen over de voorbije maanden. De verstrakking van het monetair beleid werkt niet door op het lange eind van de rentecurve.
De Fed zou op een bepaald moment dan ook wel eens verplicht kunnen worden om de obligaties op de balans te verkopen, of bij hun eindvervaldag er niet meer in te herinvesteren. Zo kan dan de langetermijnrente opgetrokken worden en de huizenmarkt afgekoeld. Doet het dat niet, dan is er op termijn het risico van een herhaling van de situatie van 2004-2006 met het fameuze “conundrum” of renteraadsel. Dat leidde toen tot een “boom-bust” cyclus van de Amerikaanse activa. De rentenormalisatie belooft nog een complexe affaire te worden.