Menu
Macro-economie
29.05.2019
Arne Maes Senior Economist

Meer service, meer inflatie

In de VS verschilt de evolutie van de prijzen sterk van sector tot sector. De inflatie ligt er een stuk hoger in de dienstverlening. Wij onderzochten de situatie voor België. Het belang van diensten neemt almaar toe maar dat zorgt ook bij ons voor een hogere inflatie.

Op de geweldige econoblog Marginal Revolution* besprak Alex Tabarrok enkele dagen geleden de evolutie van de Amerikaanse prijzen. Hij vroeg zich af waarom de prijzen in sommige industrieën sinds de jaren 50 verviervoudigen, terwijl in andere sectoren de evolutie net het omgekeerde was

Tabarrok onderzocht verschillende verklaringen maar landde uiteindelijk bij een oude bekende: een hogere diensten-inflatie. Dit fenomeen, ook bekend als de ‘kosten-ziekte van Baumol’, houdt in dat de loonkosten doorheen de tijd stijgen in sectoren waar weinig of geen productiviteitswinsten worden geboekt.

De sterke technologische ontwikkelingen van de voorbije decennia hebben vooral gezorgd voor productiviteitswinsten in de goederenproductie, véél minder in goedkopere dienstverlening. Tabarrok ziet dit als de beste verklaring voor stijgende prijzen in het onderwijs, de gezondheidszorg en enkele andere dienstensectoren.

België

Wij namen de proef op de som voor België. Statbel rapporteert maandelijks over de Consumptieprijsindex (CPI).De CPI wordt berekend aan de hand van een korf die samengesteld is uit tientallen verschillende categorieën van goederen en diensten zoals voeding, gezondheid en vervoer. Het prijspeil wordt per categorie berekend en dan gewogen voor het belang van de desbetreffende categorie gesommeerd tot een totale index, de CPI.

Onderstaande grafiek toont de evolutie van de indices voor de korven met diensten en goederen in vergelijking met basisjaar 1998. De prijsindex voor de dienstenkorf steeg over die periode met méér dan 80%. Dat is ruim het viervoud van de 20%-stijging van de index voor de goederenkorf.

190529 - NL 1

Belang van diensten

In de grafiek valt op hoe het verschil tussen de indices voor beide korven sterk toenam in januari 2006 en januari 2016. In beide maanden paste Statbel het relatieve gewicht van de onderliggende categorieën aan. Het belang van de dienstenkorf in haar totaliteit steeg zo van 36% over 40% in 2006 tot 44% in 2016. Met de opkomst van tal van nieuwe dienstverlenende bedrijven en zelfs volledige nieuwe sectoren hoeft het toegenomen aandeel van diensten in de totale economie natuurlijk niet te verbazen.

De snellere diensten-inflatie in België is dus (zoals in vermoedelijk alle andere ontwikkelde economieën) onder meer een gevolg van het toegenomen belang van deze sector. Maar de onderliggende prijsindices stegen ook effectief sneller in de dienstenkorf. Dat valt op te maken uit onderstaande grafiek, die de prijsindices voor beide korven toont, gecorrigeerd voor gewichtsaanpassingen. Sinds 1998 nam de index voor de dienstenkorf toe met 49% tegenover 42% voor de goederenkorf.

190529 - NL 2

Beleid

De conclusies zijn duidelijk. De eeuwige Belgische strijd met een hoge inflatie zal zich de komende tijd steeds meer gaan toespitsen op de dienstensector, die almaar belangrijker wordt. Eén van de voornaamste drijfveren van die component is, zoals ook Baumol zich ruim 50 eerder al realiseerde, de loonkost. Benieuwd hoe de volgende regering dit zal aanpakken.

 

* Tabarrok onderhoudt deze website samen met allrounder Tyler Cowen, eveneens warm aanbevolen. 

** De volledige studie, waaraan ook Eric Helland meeschreef, is terug te vinden via deze url.

De opinies in deze blog zijn die van de auteurs en geven niet noodzakelijk het standpunt van BNP Paribas Fortis weer.
Arne Maes Senior Economist
Arne is de interne expert in de Belgische economie. Daarnaast is hij belast met de opbouw en instandhouding van de voorspellingsmodellen van de afdeling en ontwikkelt hij nieuwe onderzoeksideeën. Lees meer

Over het onderwerp

Geen resultaat