De finale bbp-cijfers voor het 2e kwartaal van dit jaar staan sinds enkele weken op de Eurostat- website. Sinds begin 2022 groeide de economie in ons land met 3,1%. Dat is een stuk sneller dan het eurozonegemiddelde van 2,6%. Eigenlijk deed van de grote landen enkel Spanje beter. Buurlanden Frankrijk en Nederland klokten af op 2,7%. En Duitsland, tot voor kort de motor van het euroblok, op 0,03%.
Duitse zorgen
Géén groei dus in het grootste land van het euroblok. Nadat de economie andermaal kromp in de periode april-juni, realiseerde Duitsland de afgelopen negen kwartalen maar liefst vijf kwartalen van negatieve groei. Opvallend daarbij was dat een krimp telkens werd afgewisseld met (kleine) groei, waardoor er van een technische recessie voorlopig geen sprake is.
In de recentste vooruitzichten gaan onze collega’s uit Londen uit van amper 0,1% groei over heel 2024. Dat is weliswaar een lichte verbetering ten opzichte van de -0,1% van vorig jaar. Streng fiscaal beleid en internationale onzekerheid wegen ongetwijfeld ook volgend jaar op de Duitse groeivooruitzichten.
Impact op de handel
Het lot van de Duitse economie is erg belangrijk voor de onze. In 2023, was Duitsland onze tweede belangrijkste importpartner, met ruim 14% van de totale statistische waarde van onze invoer. Net voor Frankrijk (13%) en ruim achter Nederland (23%).
Voor de uitvoer is Duitsland zelfs nummer één: zowat één vijfde van de totale waarde van onze export eindigt in het land. Opnieuw meer dan Frankrijk (14%) en Nederland (15%).
Sindsdien nam het handelsvolume danig af. Uit het recentste rapport van de NBB blijkt dat tot en met mei van dit jaar de totale uitvoer naar Duitsland maar liefst 1,2 miljard, of bijna 15%, lager uitkwam dan gedurende dezelfde periode 12 maanden eerder. Sindsdien daalde de totale uitvoer voor ons land met exact hetzelfde bedrag. Ook de Duitse invoer nam flink af, met zo’n 6,5%.
Kwantitatieve impact
Moeten we ons zorgen maken over de Duitse vertraging?
Wij simuleerden de kwantitatieve impact van een vertraging van de Duitse economie op de Belgische. Een Duitse groeivertraging van 1%-punt zou 0,4% van de Belgische groei kunnen wegsnijden. Als we eventueel compenserend monetair beleid in aanmerking nemen, dan zou het nog altijd om 0,3%-punt minder Belgische groei gaan.
Dat is een aanzienlijk effect. Met een Duitse economie op toerental had de Belgische groei de afgelopen twee jaar ook al een stuk hoger kunnen liggen, met onder meer een kleiner gat in de begroting tot gevolg.
De regeringsonderhandelaars hopen dus best mee op een spoedig herstel van de Duitse economie.