De economische pers staat de laatste dagen bol van de overzichten van de voorbije 10 jaar. Elke terugblik tracht een beeld te schetsen van hoe het nu staat met het wereldwijde bankwezen, welke lering er uit de crisis is getrokken, of de banken nu minder kwetsbaar zijn enzovoort. Het is inderdaad bijna 10 jaar geleden dat de financiële crisis uitbrak; het officiële begin ervan viel samen met het faillissement van de bank Lehman Brothers, op 15 september 2008. Uit wat later volgde, begrepen we al gauw dat die crisis eigenlijk al veel vroeger was ontstaan, maar goed… het is september 2008 dat in het collectieve geheugen gegrift zal blijven. McKinsey publiceerde onlangs een heel interessante studie over wat er ’10 jaar later’ in de sector is veranderd.
Too big to fail – Too big to be rescued
Tien jaar geleden werden we overspoeld door een vloedgolf, die enkele dagen tevoren nog onvoorstelbaar was, en de banksector kwam in een tunnel terecht waarvan we niet wisten hoe lang en hoe donker hij was. Meteen daarna volgden belangrijke mededelingen, want als de banken ‘too big to fail’ waren, waren ze vooral ook ‘too big to be rescued’. Verschillende Europese landen proberen er hun openbare financiën nu nog altijd weer bovenop te brengen en hebben nog een lange en lastige weg te gaan. De grafieken in de studie van McKinsey spreken voor zich. Noch Italië, noch Spanje zullen het tegendeel beweren. Ondanks de hevige schok en de hoogdringendheid zal het in werkelijkheid veel tijd kosten voor de eerste aanbevelingen worden gevolgd. Eén ervan interesseert ons bijzonder: de banken moesten absoluut afslanken.
Waar staan we in de afslankingskuur?
Enkele maanden na het begin van de crisis las je overal dat de banken te groot waren en dat ze absoluut moesten afslanken als we zo’n nachtmerrie nooit meer wilden meemaken. Op de grafiek zie je dat de schok in België zodanig is geweest dat het balanstotaal van alle banken heel snel na het begin van de crisis is beginnen te slinken: de overdracht van de toxische activa naar de ‘bad bank’-structuren zit daar uiteraard voor veel tussen, maar je ziet ook duidelijk dat het totaal van de balansen 6 jaar lang is blijven afnemen, tot in 2014. In de eurozone was het, door elkaar genomen, een ander verhaal, ook al hanteerden verschillende landen dezelfde strategie wat de ‘bad banks’ betreft. Tot 2012 is het balanstotaal van de banken er zelfs blijven toenemen. Pas na de staatsschuldencrisis en na de crisis die bijna een einde maakte aan de eenheidsmunt, in 2012, zal de afslankingskuur eindelijk van start gaan. Dat is 4 jaar later dan in België.
De balansen van de Belgische banken zijn spectaculair gedaald
Uiteindelijk is er een heel spectaculaire weg afgelegd want, in verhouding tot het bbp, is het balanstotaal van de Belgische banken van 4,1 keer het bbp naar het huidige niveau van 2,9 keer het bbp gegaan. Dat betekent dat voor een bbp van ruwweg 426 miljard euro, het totaal van de activa die geaccumuleerd zijn op de balans van de Belgische banken nu 1.216 miljard euro bedraagt, of het drievoudige van het bbp. In de eurozone is het resultaat gemiddeld veel bescheidener, aangezien de ratio maar van 3,2 keer het bbp in 2012, naar 3 keer het bbp nu is gegaan. De Europese cijfers verhullen natuurlijk belangrijke verschillen tussen de landen. De Spaanse en Italiaanse banken hebben er lang over gedaan om aan de aanbevolen afslankingskuur te beginnen. Ondanks de hevige bankencrisis bleven de balansen van de banken er zelfs groeien tot in 2012. In verhouding tot het bbp zijn de Spaanse banken daarentegen heel ver heen geweest, want het totaal van hun balansen is van 4,2 keer het bbp in 2012, naar 2,8 keer nu gegaan. In Italië bedragen de overeenkomstige cijfers 2,7 keer het bbp in 2012 en 2,3 keer het bbp in 2018: een veel minder spectaculaire evolutie.
Dat geeft een andere kijk op de banksector in Italië, ook al zeggen die berekeningen uiteraard niets over de kwaliteit van de activa waaruit die balansen zijn samengesteld… En daar knelt het schoentje…